VOORZICHTIG
Hydraulische koppelingen, hydraulische
leidingen/kleppen en hydraulische vloeistof
kunnen heet zijn. U kunt zich verbranden als
u hete onderdelen aanraakt.
• Draag handschoenen als u de hydraulische
koppelingen losmaakt.
• Laat de machine afkoelen voordat u de
hydraulische onderdelen aanraakt.
• Zorg ervoor dat u niet in aanraking komt
met gemorste hydraulische vloeistof.
De elektrische hark starten
1.
Start de tractie-eenheid.
2.
Laat de elektrische hark neer op de grond.
Belangrijk:
Laat de elektrische hark niet
neer op de grond terwijl de rol draait, anders
kunnen de schokken bij hoge snelheid de
motor beschadigen.
3.
Schakel de hulphydrauliek in de tegengestelde
rijrichting van de machine in.
Rotatie van de rol
4.
Verhoog het motortoerental naar vol gas.
Verminder het motortoerental lichtjes als u de
machine gebruikt in zware rotsen.
5.
Bedien de machine met een rijsnelheid tussen
4,8 en 8,0 km/h onder normale omstandigheden;
verminder de rijsnelheid tot 1,6 tot 4,8 km/h
indien op zware rotsen werkt.
Belangrijk:
Voordat u de richting van de rol
verandert, stopt u de machine, schakelt u
de hulphydrauliek uit en wacht u tot de rol
is gestopt.
6.
Na het harken, stopt u de tractie-eenheid en
verlaagt u het motortoerental tot half gas.
7.
Breng de hark omhoog en schakel de
hulphydrauliek uit.
8.
Laat de hark neer op de grond.
De eindplaten gebruiken
De eindplaten houden het materiaal voor de rol op,
terwijl het schone materiaal tussen de rol en de
barrière doorgaat. Met de eindplaten in de werkstand
(omlaag) en de hark recht (evenwijdig met het spoor
van de tractie-eenheid) kan het materiaal worden
verplaatst, waarbij laaggelegen gebieden worden
opgevuld.
Om dieper te graven, draait u de eindplaten omhoog.
Rijrichting
7
Figuur 4
Werkstand
Figuur 5
Vleugels omhooggedraaid
g384698
g384697