Inhoudsopgave
Advertenties
3
Montage
3.1
Aanbevelingen m.b.t. de plaats van opstelling/het gebruik
– Een schoon, waterpas opstellingsoppervlak
– Ruimte met goede ontluchting en/of ventilatie alsmede egaal en voldoende dragend opstelvlak.
– Ruimtetemperatuur van min. 15°C.
– Waterdichte vloerafwerking met geïntegreerd afvoerpunt.
– Aansluiting van warm en koud water
– Kamerhoogte minimaal 60 cm hoger dan de vetafscheider, opdat bij reinigingswerkzaamheden de deksels
geopend kunnen worden.
– Vrije werkruimte, minimaal 1 m, vóór de vetafscheider.
– Toevoer met stabiliseringstraject van min. 1 m (verval 1:50). Overgang van valpijp op locatie naar het
bezinktraject uitgerust met 2 bochten van 45°
– Als de toevoerleiding langer is dan 10 m, moet deze apart ontlucht zijn.
– Vreemde voorwerpen (bestek, kroonkurken, mosterdzakjes, botten enz.) verstoren c.q. beschadigen de werking
van de afscheider. Wij adviseren een grofvuilvanger in te bouwen.
– Als de vetafscheider onder het ter plaatse vastgelegde terugstuwniveau wordt ingebouwd, moet hierna, als de
plaatselijke regels niets anders voorschrijven, conform DIN EN 1825 een opvoerinstallatie worden bijgeplaatst.
3.2
Vetafscheider opstellen/monteren
De vetafscheider is in gevulde staat erg zwaar. Zorg voor een ondergrond met voldoende draagvermogen (zie
voor volumina "Technische gegevens", pagina 54).
De aanhaalmomenten voor de schroefverbindingen
Waarborgen dat hier navenant rekening mee wordt gehouden.
Werkvolgorde voor de montage
De afzonderlijke werkstappen zijn toegewezen aan de desbetreffende installatietypen (C D E F)
(zie hoofdstuk 1.3 op pagina 5).
1)
Vermindering van gevaar bij het leegzuigen van sifons en stanksloten. Minder luchtinbrenging en -beweging alsmede geur-
en schuimvorming in de afscheider.
016-527_NL
Montage
1.
zijn in hoofdstuk 7.3 op pagina 55 opgenomen.
18 / 63
2023/06
Advertenties
Inhoudsopgave
