18
Beveiliging
¢
¢
Beveiliging
C
T
¢
Functie selecteren
PIN2 wijzigen
(wordt alleen getoond als PIN2-code
beschikbaar is). Ga op dezelfde ma-
nier verder als bij
Tel.code wijz.
(Toestelcode wijzigen)
De eerste keer dat u een door de toe-
stelcode beveiligde functie (bijvoor-
beeld
oproep, pag. 29) ge-
Directe
bruikt, kunt u deze code (4 tot 8
cijfers) zelf invoeren. De code geldt
vervolgens voor alle op deze manier
beveiligde functies. Als de code drie
keer onjuist is ingevoerd, wordt de
toegang tot de toestelcode en de
functies die deze coder vereisen ge-
weigerd. Klantenservice van Sie-
mens bellen (pag. 121).
Aan het deblokkeren van de toestel-
code zijn kosten verbonden.
Blokkering van de SIM-
kaart opheffen
Als drie keer een onjuiste PIN-code is
ingevoerd, wordt de SIM-kaart ge-
blokkeerd. Voer de door uw net-
werkprovider bij de SIM-kaart ver-
strekte PUK-code (MASTER PIN) in
volgens de daarvoor geldende in-
structies. Als u de PUK (MASTER PIN)
kwijt bent, dient u contact op te ne-
men met de netwerkprovider.
¢
Codes
PIN
wijzigen.
Inschakelbeveiliging
Ook als de PIN-beveiliging is uitge-
schakeld (pag. 17), is een bevesti-
ging bij het inschakelen van de tele-
foon vereist.
Op deze manier voorkomt u dat de
telefoon per ongeluk wordt inge-
schakeld, bijvoorbeeld wanneer u
het toestel in een tas draag of per
vliegtuig reist.
Omlaag drukken.
B
Indrukken. De telefoon
C
wordt ingeschakeld.
Indrukken of geen hande-
§Annulern§
ling uitvoeren. De tele-
foon wordt niet
ingeschakeld.