Legen van het condensreservoir
A.
B.
C.
D.
Buiten gebruik stellen
1. Schakel het apparaat uit met de netschakelaar (zie hoofdstuk
bedieningselementen).
2. Raak de netstekker niet aan met vochtige of natte handen.
3. Trek de netstekker uit het stopcontact.
4. Maak het condensreservoir leeg en veeg het met een schone
doek droog. Let op het nadruppelen van condens.
5. Reinig het apparaat en vooral het luchtfilter volgens het
hoofdstuk onderhoud.
6. Het apparaat opslaan volgens het hoofdstuk opslag.
NL
Defecten en storingen
Het apparaat is tijdens de productie meerdere keren op een
goede werking getest. Mochten er desondanks storingen
ontstaan, controleer het apparaat dan op basis van de volgende
lijst.
Het apparaat start niet:
• Controleer de netaansluiting.
• Controleer de netstekker op beschadigingen.
• Wacht 10 minuten, voordat u het apparaat opnieuw start.
Mocht het apparaat niet opstarten, laat dan een elektrische
controle uitvoeren door gespecialiseerd bedrijf op het gebied
van koel- en koudetechniek of door Trotec
Het apparaat werkt, maar er is geen condensvorming:
• Controleer of het condensreservoir goed is geplaatst.
Controleer het vulpeil van het condensreservoir, maak het
indien
condensreservoir mag niet gaan branden.
• Controleer de vlotter in het condensreservoir op vervuilingen.
Reinig indien nodig de vlotter en het condensreservoir. De
vlotter moet soepel bewegen.
• Controleer de ruimtetemperatuur. Houd rekening met het
toegestane toepassingsbereik van het apparaat volgens de
technische gegevens.
• Controleer de vooringestelde gewenste luchtvochtigheid. De
luchtvochtigheid in de opstelruimte moet boven het gekozen
bereik
luchtvochtigheid evt. met de draaischakelaar (11).
• Controleer het luchtfilter op vervuilingen. Het luchtfilter indien
nodig reinigen, resp. vervangen.
• Controleer de condensor uitwendig op vervuilingen (zie
hoofdstuk onderhoud). Laat een vervuilde condensor reinigen
door een gespecialiseerd bedrijf op het gebied van koel- en
koudetechniek of door Trotec .
Het apparaat maakt herrie, resp. trilt, condenslekkage:
• Controleer of het apparaat rechtop en op een vlakke
ondergrond staat.
Het apparaat wordt zeer heet, maakt herrie, resp. capaciteit
daalt:
• Controleer de luchtinlaten en het luchtfilter op vervuilingen.
Verwijder uitwendige vervuilingen.
• Controleer het inwendige van het apparaat en vooral de
ventilator, de ventilatorbehuizing, de verdamper en de
condensor uitwendig op vervuilingen (zie het hoofdstuk
onderhoud). Laat een inwendig vervuild apparaat reinigen
door een gespecialiseerd bedrijf op het gebied van koel- en
koudetechniek of door Trotec .
Werkt uw apparaat na deze controles nog niet
probleemloos?
Breng het apparaat voor reparatie naar een gespecialiseerd
bedrijf op het gebied van koel- en koudetechniek of naar Trotec.
Bedieningshandleiding – Luchtontvochtiger TTK 128 E
nodig
leeg.
Het
controlelampje
liggen.
Verlaag
de
®
.
van
het
ingestelde
gewenste
8