Zeven van
van het
het pistoolterugslagventiel
pistoolterugslagventiel
Zeven
Zeven
van
het
pistoolterugslagventiel
Reinig de schermen van de keerklep van het pistool
regelmatig. Zie de handleiding van het pistool.
Stofbescherming
Stofbescherming
Stofbescherming
Gebruik schone, droge perslucht zonder olie
om te voorkomen dat stof zich ophoopt op de
besturingsmodules, de ventilatoren en de motor
(onder de afscherming).
Ventilatiegaten
Ventilatiegaten
Ventilatiegaten
Houd de ventilatiegaten op de onderkant en
achterkant van de elektrische behuizingen en de
zijkanten en achterkant van de behuizing van de
transformator geopend.
Scherm van
van spoelinlaatzeef
spoelinlaatzeef
Scherm
Scherm
van
spoelinlaatzeef
De inlaatfilters filteren deeltjes eruit die de
pompinlaatkeerkleppen kunnen verstoppen.
Controleer de schermen dagelijks tijdens de
opstartprocedure en maak ze indien nodig schoon.
Isocyanaat kan kristalliseren door vochtcontaminatie
of vriestemperaturen. Als de gebruikte chemische
stoffen schoon zijn en als de juiste opslag-, transfer-
en werkingsprocedures zijn gevolgd, zou er minimale
contaminatie van het scherm aan zijde A moeten zijn.
Note
Maak het scherm aan zijde A enkel schoon
tijdens de dagelijkse opstartprocedure. Dit
minimaliseert vochtcontaminatie omdat
isocyanaatresten onmiddellijk worden
verwijderd aan het begin van de dosering.
335040C
1. Sluit de materiaalinlaatklep bij de pompinlaat
en sluit de juiste voedingspomp. Op die manier
wordt geen materiaal gepompt tijdens het
schoonmaken van het filter.
2. Plaats een bak onder het filter om afval op te
vangen wanneer de filterplug (C) verwijderd is.
3. Verwijder het scherm (A) uit het zeefspruitstuk.
Spoel het scherm grondig met compatibel
oplosmiddel en wrijf het droog. Controleer het
scherm. Niet meer dan 25% van de maas mag
dichtzitten. Als meer dan 25% van de maas
geblokkeerd is, moet het scherm vervangen
worden. Controleer de pakking (B) en vervang
indien nodig.
4. Controleer of de buisplug (D) stevig
vastgeschroefd is in de filterplug (C). Installeer
de zeefplug met het scherm (A) en de O-ring
(B) op zijn plaats en maak vast. Niet te hard
aandraaien. Laat de O-ring de afdichting maken.
5. Open de materiaalinlaatklep, zorg ervoor dat er
geen lekken zijn en veeg de apparatuur schoon.
Ga verder met de bediening.
Figure 10
Onderhoud
59