Bediening
Dagelijkse opstart
1.
Controleer of de luchtregulator op nul staat.
2.
Open het zelfontlastend hoofdluchtventiel (AD).
3.
Schakel de hoofdluchttoevoer langzaam in.
4.
Draai de luchtregelaar langzaam vast totdat de
transferpomp traag draait.
5.
Gebruik de luchtregelaar om de druk van de pomp te
regelen. Zie de Drukconversietabel op pagina 27.
Laat de pomp nooit drooglopen door onvoldoende
materiaaltoevoer. Als de pomp droogloopt, neemt het
pomptoerental snel toe, waardoor er schade kan ontstaan.
Als uw pomp snel accelereert of te snel loopt, moet u de
pomp onmiddellijk uitschakelen en de vloeistoftoevoer
controleren. Als de vloeistofhouder leeg is of er lucht
door de leidingen is gepompt, vult u de houder en daarna
de pomp en de leidingen met vloeistof. U kunt ze ook
spoelen en met een geschikt oplosmiddel vullen. Zorg
ervoor dat het materiaalsysteem volledig wordt ontlucht.
Zet de pomp niet aan vooraleer ze veilig op het vat is
bevestigd.
16
LET OP
Dagelijkse
uitschakelprocedure
1.
Draai de luchttoevoer naar de pomp dicht.
2.
Sluit het zelfontlastend hoofdluchtventiel (AD).
3.
Zet de luchtregelaar op nul zodra het systeem
ontlucht is.
AD
3A8763B