Stel [2 (Resterend aant. cont.)] in bij [Resterend aantal opn] in het menu [A Persoonlijke
instellingen]. Het mogelijke aantal continuopnamen (buffergeheugen) wordt
weergegeven wanneer u de ontspanknop tot halverwege indrukt. (blz. 100)
6
Druk de ontspanknop helemaal in.
Zolang de ontspanknop ingedrukt wordt gehouden, worden er achter elkaar opnamen
gemaakt. Haal uw vinger van de ontspanknop om de continuopname te stoppen.
De instelling voor continuopnamen blijft bewaard wanneer de camera wordt
uitgeschakeld. Open het functiemenu en stel de camera in op 9 (enkelbeeldopnamen)
om de continuopname te stoppen.
• Wanneer de scherpstelfunctie is ingesteld op l (scherpstelling één opname),
wordt de scherpstelling aangepast telkens wanneer de sluiter ontspant. (blz. 122)
• De scherpstelling is continu actief wanneer de functiekiezer is ingesteld op e, b, c
of a en de scherpstelfunctie is ingesteld op k (continu scherpstellen), of wanneer
de Picture-functie is ingesteld op \ (bewegend onderwerp). De sluiter ontspant altijd,
ook als de scherpstelling niet gereed is.
• Bij gebruik van de ingebouwde flitser kan pas een opname worden gemaakt wanneer
de flitser volledig is opgeladen. Als u de sluiter wilt kunnen ontspannen voordat de
ingebouwde flitser gereed is, moet u een gebruikersfunctie instellen. (blz. 147)
Opnamen met de zelfontspanner
Deze camera heeft twee zelfontspannerfuncties: g en r.
De sluiter ontspant na circa 12 seconden. Gebruik deze functie om als fotograaf ook op
g
de foto te komen.
Onmiddellijk nadat de ontspanknop is ingedrukt, wordt de spiegel opgeklapt. De sluiter
r
ontspant na circa twee seconden. Gebruik deze functie om te voorkomen dat de camera
beweegt wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt.
1
Bevestig de camera op een statief.
55
3