4 - GEBRUIKERSINTERFACE: OVERZICHT
4.3 - Informatieberichtvak
De informatie weergegeven in de statusbalk onderaan het scherm omvat
relevante berichten betreffende de door de gebruiker ondernomen acties.
BERICHT
STATUS
Wordt weergegeven als de vereiste actie uitgevoerd
SUCCESS
is.
INTERNAL
Wordt weergegeven als de hoofdtoepassing niet
COMMUNICATION
in bedrijf is.
FAILURE!
Wo r d t w e e r g e g e v e n a l s d e r e g e l a a r d e
HIGH FORCE IN
forceeropdracht weigert (geldt alleen voor
EFFECT!
statusmenu's).
Wordt weergegeven als er geprobeerd wordt om
ACCESS DENIED!
ac tie s u it te vo e r e n d ie me t h e t h u id ig e
toegangsniveau niet toegestaan zijn.
4.4 - SmartVu™ 2.0 aanraakscherm
Het startscherm van het SmartVu™ 2.0 aanraakscherm heeft een
nieuw ontwerp. U kunt het aanraakscherm bedienen met een blote
vinger of met een geschikte pen (een capacitieve styluspen).
Gebruik hiervoor echter geen puntige of snijdende gereedschappen
(bijv. schroevendraaiers).
Beginscherm
Het startscherm is het eerste scherm dat op het aanraakscherm wordt
weergegeven. Op het beginscherm kunt u de algemene gegevens
over de werking van de koelmachine en de bedrijfsomstandigheden
volgen.
(1)
(2)
(3)
(6)
(5)
(4)
Verklaring
(1)
Systeemknoppen ("systeembalk")
(2)
Circuitpictogram
(3)
Waterintredetemperatuur
(4)
Wateruittredetemperatuur
(5)
Instelpunt
■ Circuit
Voor koelmachines met een enkel circuit wordt er slechts één
circuitpictogram weergegeven (
Voor koelmachines met twee circuits worden er twee
circuitpictogrammen weergegeven (
namelijk circuit B).
• Grijs circuitpictogram = circuit is gestopt
• Groen circuitpictogram = circuit is actief
■ Waterintredetemperatuur verdamper (EWT)
Dit is de temperatuur van het water dat terugkomt van het gebouw
("retourwatertemperatuur").
12
(8)
(7)
(9)
(6)
Waterpomp
(7)
Koelcyclus
(8)
Buitenluchttemperatuur
(9)
Berichtenvak ("onderste balk")
A
namelijk circuit A).
A
namelijk circuit A,
■ Wateruittredetemperatuur verdamper (LWT)
Dit is de temperatuur van het gekoeld water dat wordt
geproduceerd door de koelmachine en dat aan het gebouw wordt
geleverd ("toevoerwatertemperatuur").
■ Instelpunt
H e t i n s t e l p u n t w o r d t g e b r u i k t o m d e g e w e n s t e
toevoerwatertemperatuur (verdamper LWT) te definiëren.
6.7C
Ingelogde gebruikers hebben vanaf het startscherm rechtstreeks
toegang tot de gekozen instelpunten van de koelmachine: tik op
om het configuratiemenu van de instelpunten te openen.
6.7C
■ Waterpomp
Er wordt een pomp met vast of variabel toerental gebruikt om de
werkvloeistof te laten circuleren door de installatie.
• Groen pomppictogram = pomp actief
• Grijs pomppictogram = pomp is gestopt
Ingelogde gebruikers hebben vanaf het startscherm rechtstreeks
toegang tot de pompparameters: tik op
te openen.
■ Koelcyclus (koelmodus)
A
A) Verdamper
• De verdamper absorbeert warmte van de vloeistof (zuiver water
of brijn), en doet het tegengestelde van de condensor die de
warmte uit de unit afvoert. De verdamper zet vloeibaar
koudemiddel om in damp.
B) Compressor-/circuitvermogen
• Deze waarde geeft de huidige capaciteit aan van de unit.
• De compressor wordt gebruikt om het gasvormig koudemiddel
van de compressor samen te persen en in een hogedrukgas
om te zetten.
C) Condensor
B
• De condensor is een warmtewisselaar die wordt gebruikt om
warmte af te voeren door de hogedrukgassen af te koelen en
gebruik te maken van het condenseren van de dampen tot een
vloeistof.
Het aantal ventilatoren in de afbeelding kan afwijken van het
daadwerkelijke aantal ventilatoren van de unit.
D) Elektronisch expansieventiel (EXV)
• De EXV dient om de stroming van het koudemiddel in de
verdamper te regelen.
• De ventielpositie wordt weergegeven in %, waarbij 0% voor de
gesloten positie en 100% voor de open positie staat.
■ Buitenluchttemperatuur
BLT-sensor aflezen. De buitenluchttemperatuursensor wordt
gebruikt om de temperatuur te meten en te regelen, en helpt waar
mogelijk het koelproces te optimaliseren.
om het pompmenu
B
C
D