5
I-knop
Hiermee zoomt u in het gezichtsdetectiebeeld in op de gezichten van
het onderwerp in een volgorde die gelijk is aan de opeenvolgende
detectie van gezichten toen de opname werd gemaakt. (Weergave
met close-up van gezichten) (p.117).
6
Vierwegbesturing
(2)
(3)
(45)
(2345) Hiermee verplaatst u het weergavegebied tijdens
7
4/W-knop
Hiermee wijzigt u de informatie die op het scherm verschijnt (p.20).
Hiermee gaat u terug van zoomweergave of weergave van vier of
negen opnamen naar weergave van één opname (p.108, p.116).
Hiermee gaat u tijdens de mapweergave naar de weergave van negen
opnamen van de geselecteerde map (p.109).
Hiermee gaat u tijdens de kalenderweergave terug naar de weergave
van één opname van de geselecteerde datum (p.109).
8
Snelinstelling/i-knop
Hiermee gaat u van de weergave van negen opnamen naar het scherm
Wissen (p.118).
Hiermee gaat u van de weergave van vier of negen opnamen naar het
scherm Kiezen & wissen (p.119).
Hiermee gaat u van de mapweergave naar de weergave van het
kalenderscherm (p.109).
Hiermee gaat u van de kalenderweergave naar de weergave van het
mapscherm (p.109).
Bewaart het pauzeframe als een aparte foto tijdens het afspelen van
een reeks opeenvolgende foto's, die gemaakt zijn met de 16-beelds
opnamefunctie. (p.107)
Hiermee speelt u video af onderbreekt u het afspelen (p.107).
Hiermee geeft u het weergavepalet weer (p.112).
Hiermee stopt u het afspelen van een video (p.107).
Hiermee geeft u de vorige of volgende opname weer bij de
enkelbeelds weergave (p.106). Beeldje vooruit, beeldje terug,
achteruit afspelen, vooruit afspelen, versneld vooruit
afspelen en versneld achteruit afspelen van video (p.107).
zoomweergave (p.116). Hiermee selecteert u een opname
in de vierbeelds-/negenbeelds weergave, een map in de
mapweergave of een datum in de kalenderweergave
(p.108, p.109). Hiermee verplaatst u de opname bij
gebruik van de functie Beeldinkadering (p.136).
2
51