Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Termen Gebruikt In Maaihoogtetabel; Maaihoogte-Instelling; Basisinstelling Maaihoogte; Agressiviteit Van Maaistand - Toro Edge DPA Series Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor Edge DPA Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

Gebruik onderstaande tabel om te bepalen welk
ondermes het best geschikt is voor de gewenste
maaihoogte.
Ondermes
Lage maaihoogte (optioneel)
EdgeMax® (optioneel)
Standard (productie)
Heavy-duty (optioneel)
* Bij grassoorten voor het warme seizoen is mogelijk het ondermes met lage maaihoogte nodig voor 12,7 mm en minder.
1. Hoogte ondermeslip
Termen gebruikt in
maaihoogtetabel

Maaihoogte-instelling

Dit komt overeen met de gewenste maaihoogte.

Basisinstelling maaihoogte

De basisinstelling van de maaihoogte is de hoogte
waarop de bovenrand van het ondermes is ingesteld
boven een gelijk oppervlak dat de onderkant van
zowel de voorrol als de achterrol raakt.
Effectieve maaihoogte
Dit is de werkelijke hoogte waarop het gras is gemaaid.
Voor een bepaalde basisinstelling van de maaihoogte
zal de effectieve maaihoogte variëren afhankelijk van
het type gras, het seizoen en de toestand van de
grond. De instelling van de maai-eenheid (agressiviteit
van maaien, rollen, ondermessen, gemonteerde
werktuigen, gazoncompensatie-instellingen enz.)
heeft ook een invloed op de effectieve maaihoogte.
Controleer regelmatig de effectieve maaihoogte met
de Turf Evaluator, model 04399, om de gewenste
basisinstelling van de maaihoogte te bepalen.
Ondermes/maaihoogtetabel
Onderdeelnr.
120-1641 (69 cm)
120-1642 (81 cm)
112-8910 (69 cm)
112-8956 (81 cm)
114-9388 (69 cm)
114-9389 (81 cm)
114-9390 (69 cm)
114-9391 (81 cm)
Figuur 21
Hoogte ondermeslip
5,6 mm
6,9 mm
6,9 mm (0,270")
9,3 mm

Agressiviteit van maaistand

De agressiviteit van de maaistand van de
maai-eenheid heeft een duidelijke invloed op de
prestaties van de maai-eenheid. De agressiviteit van
g006510
de maaistand slaat op de hoek van het ondermes ten
opzichte van de grond
De beste instelling van de maai-eenheid hangt af
van de gazonomstandigheden en de gewenste
resultaten. Ervaring met het maaien van uw gazon
bepaalt de beste instellingen. U kunt de agressiviteit
van de maaistand aanpassen gedurende het gehele
maaiseizoen afhankelijk van hoe het gras erbij ligt.
In het algemeen is een laag tot normaal agressieve
instelling beter geschikt voor grassoorten voor het
warme seizoen (bermuda-, paspalum-, zoysiagras),
terwijl voor grassoorten voor het koele seizoen
(bentgras, blue grass, ryegras) een normaal tot
hoog agressieve instelling vereist is. Bij een hoog
agressieve instelling wordt meer gras gemaaid
doordat de ronddraaiende messenkooi meer gras in
het ondermes trekt.
1. Afstandsstukken, achter
2. Montageflens van zijplaat
15
Maaihoogte
6,4 tot 12,7 mm
9,5 tot 63,5 mm*
9,5 tot 63,5 mm*
12,7 tot 63,5 mm
(Figuur
22).
Figuur 22
3. Agressiviteit van
maaistand
g033976

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

037210372203727

Inhoudsopgave