Utilisation
5.1. Aan de slag
De centrale bediening is die van zone 1. De andere bedieningen in zone 2, 3, enz. zijn
vereenvoudigde ruimtebedieningen.
Met de centrale bediening kunt u de belangrijkste werkingsmodus kiezen: Verwarmen,
Ook kan voor alle kamers naar de vakantiestand
geschakeld.
De bedieningen communiceren via een radioverbinding. Wacht bij het uitwisselen van
informatie tussen de bedieningen enkele seconden totdat de gegevens in aanmerking zijn
genomen.
Hoofdruimte (zone)
Kamertemperatuur
Beginscherm
Toegang tot het menu
5.2. Werkingsmodi
De bedrijfsmodus (verwarmen,
) kan alleen via de centrale bediening (zone 1) worden geselecteerd.
De keuze van deze modi heeft betrekking op alle ruimtebedieningen (alle zones).
U kunt geen twee hoofdstanden kiezen. Dit betekent dat uw systeem niet tegelijkertijd
in de verwarmings- en koelmodus kan werken.
Woonkamer
Modus
INSTELLEN
Modus
Menu
Afwezigheid
Zonetemperatuur
Programmering
Informatie
Instellingen
5. CENTRALE BEDIENING
Koelen
, Ontvochtigen
Tijd
io
Woonkamer
Modus
INSTELLEN
Modus
OF
Afwezigheid
Zonetemperatuur
Programmering
Informatie
Instellingen
Selecteer de
modusfunctie
en Automatisch AUTO (in alle kamers).
Datum
Buitentemperatuur
Actieve instellingsmodus
(handmatig, programma, stop)
Setpoint
Actieve modus
(verwarming, koeling, AUTO,
ontvochtiging, uit)
Wiel (menunavigatie of een
waarde veranderen)
Valideren (druk op het
duim-wieltje)
Terug
koelen
, ontvochtigen , automatisch AUTO of uit
Instellen
Verwarmen
OK
Ontvochtigen
Selecteer de
gewenste bedrijfsmodus
en naar de uitstand
Gebruik het wiel
Koelen
om de gewenste bedrijfs-
AUTO
modus te selecteren.
Stop
Bevestig door op de
knop
te drukken
OK
worden
OF
OK
OF
7