▪
AUTO Mode
De AUTO-stand bestaat uit het automatisch overschakelen naar de verwarmingsstand
omgevingstemperaturen.
Fabrieksinstelling :
Standaard kiest het systeem verwarming boven koeling. De verwarming wordt geactiveerd als de ingestelde
•
temperatuur (comfort of handmatige programmering) hoger is dan de ruimtetemperatuur in een van de
zones.
Anderzijds wordt koeling geactiveerd als de ingestelde temperatuur (comfort of handmatige programmering)
•
in een van de zones lager is dan de kamertemperatuur en geen andere zone verwarming nodig heeft.
•
Als de kamertemperatuur tussen het verwarmings- en koelinstelpunt ligt, stopt het systeem. Het systeem
beschouwt de Handmatige of Geprogrammeerde Comfort instelpunten, afhankelijk van de geselecteerde
modus voor de verschillende zones.
Parameters
Instelpunt comfortverwarming voor alle
zones (zie sectie 5.5)
Handmatig verwarmingsinstelpunt voor
alle zones (zie sectie 5.5)
Instelpunt voor comfortkoeling voor alle
zones (zie sectie 5.5)
Handmatig koelinstelpunt voor alle zones
(zie paragraaf 5.5)
Voorbeeld van werking in AUTO-modus (fabrieksinstelling)
Buitentemperatuur (C°)
Buitentemperatuur
Slapen/koelen
Buitentemperatuur
Slapen/verwarmen
8
, Koelen
, of Uit
24
18
Verwarmen
2
2
verwarmen
, afhankelijk van de buitenluchttemperatuur en de
Wordt gebruikt om het instelpunt van verwarmen aan te passen
(handmatige- en comfortprogrammering)
Wordt gebruikt om het instelpunt van koelen aan te passen
(handmatige- en comfortprogrammering)
Stop
Koelen
21
25
Instelpunt
Instelpunt
koelen
Uitleg
Kamertemperatuur
elke zone (T°C)