Behandeling van de camera en batterij: Waarschuwingen
Laat de camera niet vallen
Bij sterke schokken of trillingen kan de camera
storingen vertonen.
Houd de camera droog
Dit product is niet waterbestendig en kan sto-
ringen vertonen bij onderdompeling in water of
bij blootstelling aan een hoge luchtvochtigheid.
Door roest van het interne mechanisme kan
onherstelbare schade optreden.
Vermijd plotselinge temperatuurverschillen
Plotselinge temperatuurverschillen, zoals die
zich voordoen bij het binnenkomen of verlaten
van een verwarmd gebouw op een koude dag,
kunnen condensatie in de camera veroorzaken.
Om condensatie te voorkomen dient u de
camera in de cameratas of een plastic zak te
plaatsen voordat u hem aan plotselinge tempe-
ratuurverschillen blootstelt.
Houd de camera uit de buurt van sterke magne-
tische velden
U dient dit apparaat niet te gebruiken of op te
bergen in de buurt van apparatuur die een sterke
elektromagnetische straling of sterke magneti-
sche velden produceert. Sterke statische ladingen
of de magnetische velden die worden geprodu-
ceerd door bijvoorbeeld zendapparatuur kunnen
storingen veroorzaken op de monitor, informatie
op de geheugenkaart beschadigen en de interne
schakelingen van het product aantasten.
Richt het objectief niet op de zon
Richt het objectief niet gedurende langere
tijd op de zon of een andere sterke lichtbron.
Blootstelling aan intens licht kan beschadiging
van de CCD of een witte zweem op de foto's
tot gevolg hebben.
Strepen (Blooming)
Verticale witte strepen kunnen voorkomen in
foto's van de zon of andere sterke lichtbronnen.
Dit fenomeen, vaak aangeduid met de Engelse
benaming "blooming", kan worden voorkomen
door ervoor te zorgen dat er minder licht op de
CCD valt, door een kortere sluitertijd of kleiner
diafragma te kiezen of door een grijsfi lter (ND)
te gebruiken.
196
Raak het sluitergordijn niet aan
Het sluitergordijn is gemaakt van zeer dun
materiaal, dat gemakkelijk beschadigd raakt.
Oefen nooit druk op het gordijn uit, raak het
nooit aan met reinigingshulpmiddelen en stel
het nooit bloot aan de sterke luchtstroom van
een compressor. Dit kan krassen, vervorming of
scheuren veroorzaken.
Wees voorzichtig bij het werken met alle bewe-
gende onderdelen
Open en sluit de doppen en beschermkapjes
van de batterij, kaart en aansluitingen voor-
zichtig. Deze onderdelen raken gemakkelijk
beschadigd.
Reinigen
• Gebruik bij het reinigen van de camerabody
een blaaskwastje om stof en pluizen te verwij-
deren en veeg de camera vervolgens schoon
met een zachte droge doek. Nadat u de ca-
mera op het strand of aan zee heeft gebruikt,
dient u eventueel zand of zout met een licht
met schoon water bevochtigde doek af te ve-
gen en de camera daarna grondig te drogen.
Heel soms komt het voor dat de LCD-weergave
lichter of donkerder wordt door de statische
elektriciteit geproduceerd door een borstel of
doek. Dit wijst niet op een storing en de weer-
gave wordt kort daarna weer normaal.
• De lens en spiegel zijn gemakkelijk te bescha-
digen onderdelen. Stof en pluizen dient u
voorzichtig met een blaaskwastje te verwijde-
ren. Let er bij gebruik van een luchtspuitbus
op dat u de bus verticaal houdt (wanneer u
de bus schuin houdt, kan er vloeistof op de
spiegel terecht komen). Als er een vingeraf-
druk of andere vlek op de lens zit, breng dan
een beetje lensreiniger op een zachte doek
aan en veeg de lens voorzichtig schoon.
• Zie "Het laagdoorlaatfi lter" voor meer infor-
matie over het reinigen van het laagdoorlaat-
fi lter (
194).
Opslag
• Om schimmel en meeldauw te voorkomen
dient u de camera in een droge, goed geven-