FC 300 Design Guide
Stuurkaart I/O-fout. De eenheid of de stuurkaart
moet worden vervangen. De rode LED op
de stuurkaart gaat branden.
Testconnectors (verbind de volgende klemmen met
elkaar): 18 - 27 - 32; 19 - 29 - 33; 42 - 53 - 54
Selecteer Initialisatie [2] om alle parameterwaarden
naar de standaardinstelling te resetten (behalve
par. 15-03, 15-04 en 15-05). De omvormer zal
alle waarden resetten tijdens de eerstvolgende
inschakeling. De huidige parameter wordt
ook gereset naar de standaardinstelling
Normaal bedrijf [0].
14-25 Uitschakelvertraging bij kop-
pelbegrenzing
Optie:
0 - 60 s
Functie:
Wanneer de frequentieomvormer registreert dat het
uitgangskoppel de koppelbegrenzingen (par. 4-16
en 4-17) heeft bereikt, zal er een waarschuwing
worden weergegeven. De frequentieomvormer
schakelt uit als deze waarschuwing continu
aanwezig gedurende de tijd die in deze parameter is
ingesteld. De functie wordt uitgeschakeld door de
parameter op 60 s = UIT in te stellen. De thermische
VLT-bewaking zal echter nog steeds actief zijn.
14-29 Servicecode
Optie:
-2147483647 - 2147483647 NVT
Functie:
Alleen voor service
*
standaardinstelling( )
164
Programmeren
*
60 s
*
display-tekst
[ ]
waarde gebruikt voor communicatie via seriële communicatiepoort.
MG.33.B2.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
14-3* Stroombegrenzer
"
De FC 300-serie is uitgerust met een ingebouwde
stroombegrenzer, die geactiveerd wordt wanneer de
motorstroom, en daarmee dus het koppel, hoger
zijn dan de koppelbegrenzingen die zijn ingesteld
in par. 4-16 en 4-17. Wanneer de omvormer de
stroombegrenzing bereikt tijdens motorwerking
of generatorwerking, zal de frequentieomvormer
proberen zo snel mogelijk onder de vooraf
ingestelde koppelbegrenzingen te komen, zonder
de controle over de motor te verliezen.
Terwijl de stroomregelaar actief is, kan de
frequentieomvormer uitsluitend worden gestopt
door middel van een digitale ingang die is
ingesteld op Vrijloop, geïnverteerd [2] of
Vrijloop en reset, geïnverteerd [3]. Een signaal
op klemmen 18 tot 33 zal pas actief worden
wanneer de frequentieomvormer weer uit de
buurt van de stroombegrenzing is.
Wanneer een digitale ingang is ingesteld op Vrijloop,
geïnverteerd [2] of Vrijloop en reset, geïnverteerd
[3], maakt de motor geen gebruik van de uitlooptijd,
omdat de omvormer vrijloopt. Wanneer een snelle
stop mogelijk moet zijn, moet de mechanische
remregelingsfunctie worden gebruikt in combinatie
met een externe elektro-mechanische rem die
is aangesloten op de toepassing.
14-30 Stroombegrenzer, proportionele
versterking
Optie:
0 - 500 %
Functie:
Deze parameter regelt de proportionele versterking
van de stroombegrenzer. De regelaar reageert
sneller bij een hogere waarde. Een te hoge instelling
leidt tot instabiliteit van de regelaar.
14-31 Stroombegrenzer, integratietijd
Optie:
0,002-2,000 s
Functie:
Deze parameter regelt de integratietijd van de
stroombegrenzer. De regelaar reageert sneller
bij een lagere waarde. Een te lage instelling
leidt tot instabiliteit van de regelaar.
NVT
14-5* Omgeving
"
14-50 RFI
Optie:
Uit
Aan
*
100 %
*
0,020 s
[0]
[1]