Download Print deze pagina

dixell XR30CX Installatie- En Gebruikershandleiding pagina 2

Met ontdooiing door compressorstop en aux relais

Advertenties

dIXEL
dIXEL
dIXEL
dIXEL
6.3 EEN MANUELE ONTDOOIING STARTEN
Druk op de DEF toets gedurende meer dan 2 seconden en de ontdooicyclus
zal starten.
6.4 EEN PARAMETER WIJZIGEN
Om een parameter te wijzigen, ga als volgt te werk :
1. Betreed de programmeerfase door Set en DOWN gedurende 3sec. samen
in te drukken ("°C" of "°F" knippert).
2. Selecteer de te wijzigen parameter.
3. Duw op de "SET" toets om zijn waarde af te beelden
4. Gebruik è è è è of à à à à om de waarde te wijzigen.
5. Duw op "SET" om de nieuwe waarde op te slaan en naar de volgende
parameter over te stappen
Om uit de programmeerfase te gaan : Duw SET + è è è è of wacht 15sec
NOTA: de ingestelde waarde is opgeslagen zelfs wanneer de procedure is verlaten door te wachten
tot de time-out verloopt.
6.5 HET VERBORGEN MENU
Het verborgen menu omvat alle parameters van het toestel.
6.5.1 HOE HET VERBORGEN MENU BINNENGAAN
1. Ga de Programmeringsmode binnen door op de Set + à à à à toets te drukken
voor 3s ("°C" of "°F" knippert).
2. Wanneer een parameter is afgebeeld houd de Set+à à à à ingedrukt voor meer
dan 7sec. Het Pr2 label zal onmiddellijk afgebeeld worden gevolgd door de
HY parameter. NU BENT U IN HET VERBORGEN MENU.
3. Selecteer de gewenste parameter.
4. Druk de "SET" toets in om de waarde af te beelden.
5. Gebruik è è è è of à à à à om zijn waarde te veranderen.
6. Druk op "SET" om de nieuwe waarde op te slaan en naar de volgende
parameter te gaan.
Om te verlaten: Druk op SET + è è è è of wacht 15sec zonder op een toets te drukken.
NOTA1: -de ingestelde waarde is opgeslagen zelfs wanneer de procedure is verlaten door te wachten
tot de exit time-out verloopt.
NOTA2: indien geen parameters aanwezig in PR1 (gebruikerniveau) wordt na 3s "noP" weergegeven
en houdt u de toetsen Set + à à à à ingedrukt tot u in PR2 bent.
6.5.2 HOE EEN PARAMETER VAN HET VERBORGEN MENU NAAR EEN
EERSTE NIVEAU BRENGEN EN VICEVERSA.
Elke parameter aanwezig in het VERBORGEN MENU kan verplaatst worden en geplaatst worden in
"HET EERSTE NIVEAU" (gebruikersniveau) door op de "SET + à à à à " te drukken.
In het VERBORGEN MENU, wanneer een parameter aanwezig is in het gebruikersniveau is het
decimale punt aan.
6.6 HET TOETSENBORD BLOKKEREN
1.
Hou de è è è è en à à à à toetsen samen gedurende 3 seconden ingedrukt.
2.
De boodschap "POF" wordt afgebeeld en het toetsenbord wordt geblokkeerd. Nu kunt u enkel
nog het instelpunt en de MIN/MAX temperaturen raadplegen
1.
Indien één toets gedurende meer dan 3 seconden wordt ingedrukt wordt de boodschap "PoF"
terug afgebeeld.
6.7 TOETSENBORD DEBLOKKEREN
Hou de beide pijltjestoetsen samen gedurende meer dan 3 seconden ingedrukt. "Pon" komt nu op het
scherm.
6.8 DE CONTINUE CYCLUS
Wanneer de ontdooiing niet in werking is, kan het geactiveerd worden door de
"è è è è " toets ingedrukt te houden gedurende 3sec. De compressor werkt naar het
setpunt "ccs" gedurende de tijd bepaald door de "CCt" parameter. De cyclus
kan beëindigd worden vóór het einde van de ingestelde tijd gebruikmakend van
dezelfde activatieknop "è è è è " gedurende 3sec.
6.9 DE FUNCTIE ON/OFF
Met de instelling "onF = oFF", kan u door middel van de ON/OFF toets het instrument in
standby schakelen. De boodschap "OFF" wordt weergegeven. In deze toestand wordt
de regeling uitgeschakeld.
Het toestel kan terug worden aangezet door middel van dezelfde toets.
WARNING: De uitgangen verbonden aan een normaal gesloten contact blijven steeds onder
spanning zelfs in standby mode.
NOTA: In de standby mode blijft de regelaar in communicatie met het beheerssysteem indien
aangesloten in tegenstelling tot wanneer de regelaar zonder voedingsspanning zit.
7. PARAMETERS
REGELING
Hy Differentieel: (0,1 ÷ 25,5°C), differentieel. Compressor start bij instelpunt+differentieel (Hy).
Compressor stopt bij instelpunt.
LS Minimum set point: (- 50°C÷SET / -58°F÷SET), Bepaalt de minimum aanvaardbare waarde
voor het setpunt.
US Maximum set point: (SET÷ 110°C / SET÷302°F), Bepaalt de maximum aanvaardbare waarde
voor het setpunt.
Ot Thermostaatsonde callibrage: (-12.0÷12.0°C), laat toe om de uitlezing van het toestel te
calibreren
XR30CX.doc
Installatie en gebruikers handleiding
de
P3P Aanwezigheid 3
sonde (P3): n= derde sonde niet aanwezig, de ingang functioneert als
digitale ingang; y= aanwezig, de ingang dient als 3
de
O3 3
sonde callibrage : (-12.0÷12.0°C), laat toe mogelijke offset van de 3
P4P Aanwezigheid 4
de
sonde (P4): (n = niet aanwezig; y = aanwezig).
de
O4 4
sonde callibrage: (-12.0÷12.0°C), laat toe mogelijke offset van de 4
OdS Uitgang activatie na opstart: (0÷255min), Deze functie is geactiveerd bij de beginstart up van
het toestel en verbiedt enige uigangsactivatie voor de periode bepaald in de parameter.
AC Anti-short cycle: (0÷50 min), geeft de minimum tijd aan dat de compressor stil moet liggen
vooraleer hij terug kan opstarten. (anti-pendelbescherming).
CCt Compressor ON time during continuous cycle: (0.0÷24.0h; res. 10min), Laat toe de lengte te
bepalen van de continue cyclus: compressor blijft aan zonder onderbreking gedurende de CCt
tijd. Kan gebruikt worden, bvb, wanneer de ruimte gevuld is met nieuwe producten.
CCS Set point for continuous cycle: (-50÷150°C), setpunt gebruikt tijdens continue cyclus.
COn Compressor ON time with faulty probe: (0÷255 min), Tijd gedurende dewelke de compressor
actief is in geval van foute thermostaatsonde. Met COn=0 is de compressor altijd UIT.
COF Compressor OFF time with faulty probe: (0÷255 min), Tijd gedurende dewelke de compressor
uitgeschakeld is in geval van foute thermostaatsonde. Met COF=0 is de compressor altijd actief.
CH Type actie: CL = koeling; Ht = verwarming.
WEERGAVE
CF Measurement unit: (°C÷°F), °C = Celsius; °F= Fahrenheit. Waarschuwing: Wanneer de
meeteenheid veranderd is, moeten het SETpunt en de waarden van de parameters Hy, LS, US,
Ot, ALU en ALL gecontroleerd en veranderd worden
rES Resolution (enkel bij °C):(dE 0,1°C ÷ in 1°C), dE= decimaal punt; in= integer
dLy Display vertraging: (0 ÷20.0m; instelbaar per 10s), wanneer de temperatuur verandert wordt
het display geupdate met 1 °C/1°F na deze tijd.
ONTDOOIING
IdF Interval tussen ontdooicycli: (0÷120h), Determines the time interval between the beginning of
two defrost cycles.
MdF (Maximum) length for defrost: (0÷255min), De ontdooiing wordt beëindigd op de tijd ingesteld
in deze parameter. (geen ontdooiing bij MdF=0)
dFd Weergave tijdens ontdooiing: (rt = reële temperatuur; it = temperatuur bij begin ontdooiing; SEt
= setpunt; dEF = "dEF" label)
dAd MAX display vertraging na ontdooiing: (0÷255min), Bepaalt de maximum tijd tussen het einde
van de ontdooiing en het opnieuw opstarten van de reële ruimtetemperatuurdisplay.
ALARMEN
ALC Temperatuur alarm configuratie: (Ab; rE), Ab= absolute temperatuur: alarmtemperatuur is
gegeven door de ALL of ALU waarden. rE = temperatuuralarms hebben betrekking op het
setpunt. Temperatuuralarm is geactiveerd wanneer de temperatuur de "SET+ALU" of "SET-ALL"
waarden overschrijdt.
ALU Maximum temperatuur alarm: (ALL÷150°C), bovenste alarmgrens voor temperatuur, wanneer
deze temperatuur bereikt wordt zal, na de tijdsvertraging uit parameter "Ald", het alarm
geactiveerd worden.
ALL Minimum temperatuur alarm: (-50.0 °C ÷ ALU), onderste alarmgrens voor temperatuur,
wanneer deze temperatuur bereikt wordt zal, na de tijdsvertraging uit de parameter "Ald", het
alarm geactiveerd worden.
AFH Differentieel voor alarmherstel: (0,1÷25,5°C; 1÷45°F), differentieel voor herstel
temperatuuralarm.
ALd Vertraging temperatuur alarm: (0÷255 min), Tijdsinterval tussen het detecteren van een
alarmtoestand en het alarmsignaal.
dAO Vertraging temperatuur alarm na opstart regelaar: (van 0.0 min tot 23.5h), Tijdsinterval
tussen het detecteren van de temperatuuralarmtoestand nadat het toestel is ingeschakeld en het
alarmsignaal.
CONDENSOR TEMPERATUUR ALARM
AP2 Sonde selectie voor alarmtemperatuur condensor: nP = geen sonde; P1 =thermostaat
probe; P2 = verdamper sonde; P3 =configureerbare sonde; P4 = 4
Key plug.
AL2 Lage temperatuur alarm condensor: (-55÷150°C), wanneer deze temperatuur wordt bereikt
wordt eventueel na een Ad2 vertraging het alarm LA2 weergegeven.
Au2 Hoge temperatuur alarm condensor: (-55÷150°C), wanneer deze temperatuur wordt bereikt
wordt eventueel na een Ad2 vertraging het alarm HA2 weergegeven.
AH2 Differentieel voor herstel van condensor temperatuur alarm: (0,1÷25,5°C; 1÷45°F)
Ad2 Vertraging voor condensor temperatuur alarm: (0÷255 min) tijdsvertraging tussen detectie
van een condensor temperatuur alarmconditie en alarmering.
dA2 Vertraging temperatuur alarm condensor na opstart regelaar: (van 0.0 min tot 23.5h,
instelling per 10min)
bLL Compressor actie bij lage temperatuur alarm condensor: n = geen: de compressor blijft
verder werken; Y = ja, de compressor wordt uitgeschakeld zolang het alarm aanwezig is, in
ieder geval kan maar een herstart plaatsvinden na de antipendel beveiliging AC.
AC2 Compressor actie bij hoge temperatuur alarm condensor: n = geen: de compressor blijft
verder werken; Y = ja, de compressor wordt uitgeschakeld zolang het alarm aanwezig is, in
ieder geval kan maar een herstart plaatsvinden na de antipendel beveiliging AC.
TWEEDE RELAIS
tbA Alarm reset (bij oA1=ALr):
(n= reset mogelijkheid niet geactiveerd: het alarm blijft actief tot de alarmconditie verdwenen is.),
y = reset mogelijkheid actief: alarm relais wordt gereset door eender welke toets in te drukken
tijdens een alarm).
oA1 Cofiguratie van 2
de
relais: ALr: alarm; Lig: licht; AuS: Auxiliair relais; onF: altijd aan wanneer
toestel aan; db = niet selecteren; dEF: niet selecteren; FAn: niet selecteren; dF2: niet
selecteren.
AoP Polariteit van het alarm relais: Met deze parameter wordt de polariteit van het alarmcontact
ingesteld. CL= klemmen 1-2 gesloten tijdens een alarm; oP = klemmen 1-2 tijdens een alarm.
DIGITALE INGANG (beschikbaar wanneer P3P=N)
i1P Polariteit digitale ingang: Polariteit van de digitale ingang, oP: digitale ingang wordt
geactiveerd door het contact te openen, CL: digitale ingang wordt geactiveerd door het contact
te sluiten.
i1F Configuratie digitale ingang: EAL = extern niet ernstig alarm: "EA" boodschap wordt afgebeeld;
bAL = extern ernstig alarm: "CA" wordt afgebeeld; PAL = druk alarm: "CA" wordt afgebeeld; dor
= deurschakelaar; dEF = starten van een ontdooicyclus; AUS = schakelen van het 2
Uniechemie
BV
de
sondeingang.
de
sonde aan te passen.
de
sonde aan te passen.
de
sonde aangesloten op Hot
de
relais
2/4

Advertenties

loading