Download Print deze pagina

dixell XR30CX Installatie- En Gebruikershandleiding pagina 3

Met ontdooiing door compressorstop en aux relais

Advertenties

dIXEL
dIXEL
dIXEL
dIXEL
(oA1=AuS); Htr = inversie van de aktie (koeling of verwarming); FAn = niet gebruiken; ES =
Energy saving (verhoging/verlaging van het setpunt).
did: Alarm vertraging digitale ingang: (0÷255 min), Tijdsvertraging tussen het tijdstip van het alarm
en het signaleren van het alarm (i1F= EAL / bAL). Indien i1F = dor: vertraging voor het deuralarm;
Als i1F = PAL : dan is did de tijd waarin het aantal aktivaties (nps) mag voorkomen.
÷
nPS Aantal drukschakelingen: (0
15), Aantal aktivaties die mogen voorvallen in de tijd did voordat
alarm wordt gegeven en de installatie geblokkeerd.
odc Uigang status bij open deur: uitgang status bij open deur; no = normale werking; FAN = geen
invloed; CPr, F_C = Compressor gestopt;
rrd Herstart van de uitgangen na een dA deur alarm: no = de uitgangen blijven in de modus
ingesteld in odc tot de status van de deur verandert; yES = de uitgangen herstarten de normale
werking bij het alarm dA;
HES Temperatuursverandering tijdens Energy Saving cyclus: (-30,0°C
stelt u de gewenste settemperatuurswijziging in die van tel is tijdens de Energy saving cyclus.
ANDERE
Adr Serieel adres (1÷244): Uniek in te stellen identificatie adres in het Modbus RS485 netwerk voor
aansluiting op beheerssysteem zoals (XWEB serie).
PbC Selectie type sonde: (Ptc=PTC sonde; ntc=NTC sonde). Keuze van het type sonde.
onF Inschakeling van de on/off toets: nu = uitgeschakeld ; oFF = ingeschakeld; ES = niet
instellen.
dP1 Weergeven thermostaat sonde
dP3 Weergeven 3
de
sonde. (optioneel)
dP4 Weergeven 4
de
sonde.
rSE Weergeven Real set punt: (enkel lezen), toont het echte setpunt tijdens energy saving of
continu cyclus.
rEL Software release enkel lezen voor intern gebruik.
Ptb Parameter table code: enkel lezen voor intern gebruik.
8. DIGITALE INGANG (BESCHIKBAAR WANNEER P3P = N)
De spanningsloze digitale ingang is vrij programmeerbaar met de parameter "i1F".
8.1 INGANG DEURCONTACT (i1F = dor)
Via deze ingang wordt de toestand van de deur doorgegeven naar de regelaar. Door de "odc"
parameter kan ingegeven worden hoe de relais dienen te reageren:
No= normaal verder werken
Fan = geen invloed
CPr of F_C = compressor gestopt
Na een vertraging (ingesteld via "did") zal de alarmuitgang geactiveerd worden, de boodschap "dA" op
het scherm en de regeling al dan niet herstarten afhankelijk van de prameter "rtr". Het alarm stopt
zodra de digitale ingang niet meer geactiveerd is. De alarmen hoge en lage temperatuur zijn
uitgeschakeld zolang de deur open is.
8.2 GENERIC ALARM (i1F = EAL)
Als de digitale ingang geactiveerd wordt, wacht het toestel gedurende de tijd "did" vooraleer de
boodschap "EAL" wordt weergegeven. De uitgangen blijven ongewijzigd, en het alarm stopt zodra de
ingang niet meer geactiveerd is.
8.3 SERIEUS ALARM (i1F = bAL)
Als de digitale ingang geactiveerd wordt, wacht het toestel gedurende de tijd "did" vooraleer de
boodschap "CA" wordt weergegeven. De uitgangen worden uitgeschakeld, en het stopt zodra de
ingang niet meer geactiveerd is.
8.4 PRESSOSTAAT (i1F = PAL)
Als gedurende de tijd "did" het aantal schakelingen zoals ingesteld in "nPS" bereikt zijn, zal het "CA"
alarm geactiveerd worden. De uitgangen worden uitgeschakeld en de regeling geblokkeerd. Het alarm
kan gereset worden door de regelaar in en uit standby te zetten of door voedingsspanning evenuit te
schakelen. De compressor wordt telkens uitgeschakeld als de digitale ingang actief is en start terug op
als de digitale ingang niet meer actief is en de anti-pendelvertraging is verlopen.
8.5 START ONTDOOIING (i1F = dFr)
Hiermee wordt een ontdooiing gestart (indien de voorwaarden vervult zijn). Als de ontdooiing voorbij
is, zal de normale regeling verder gezet worden. Als de ingang nog steeds geactiveerd is zal de
normale regeling pas gestart worden als de veiligheidstijd "Mdf" verstreken is.
8.6 SCHAKELEN VAN AUX RELAIS (i1F = AUS / OA1=AUS)
Hiermee wordt het mogelijk om het 2
de
relais extern te gaan schakelen.
8.7 INVERTERING VAN DE ACTIE: VERWARMEN-KOELEN (i1F = Htr)
Via deze weg is het mogelijk om de werking te inverteren van koeling naar verwarming, en
omgekeerd.
8.8 ENERGY SAVING (i1F = ES)
Via de instelling van de digitale ingang als Energy Saving is het mogelijk via een extern contact een
verhoging of verlaging van het setpunt met een waarde HES te verkrijgen
8.9 POLARITEIT VAN DE DIGITALE INGANG
De polariteit van de digitale ingang is afhankelijk van de parameter "I1P" :
CL : De digitale ingang is geactiveerd door de ingang te sluiten.
OP : De digitale ingang is geactiveerd door de ingang te openen
9. TTL SERIELE POORT – VOOR BEHEERSSYSTEMEN
De TTL seriële poort laat toe via een externe converter TTL/RS485, XJ485-CX, rechtstreekse RS485
te verkrijgen voor aansluiting op een ModBUS-RTU compatibel systeem zoals X-WEB500/3000/300.
XR30CX.doc
Installatie en gebruikers handleiding
÷
30,0°C/-22÷86°F), hier
10. X-REP UITGANG – OPTIONNEEL
de
Als optie kan een X-REP (2
uitlezig op afstand) aangesloten worden via een Hotkey TTL connector
op het toestel. Deze optie sluit wel een seriële communicatie voor beheerssysteem, en gebruik van
de
een 4
sonde uit.
11. INSTALLATIE EN MONTAGE
De XR30CX is bestemd voor paneelmontage en kan in een
opening van 29x71 mm gemonteerd worden dmv de meegeleverde
bevestigingsbeugels.
De ambiente temperatuur moet voor een correcte werking tussen 0
en 60°C liggen. Vermijd plaatsen waar het toestel onderhevig is
aan sterke vibraties, corrosieve gassen of hoge vochtigheid. Laat
lucht circuleren rond de koelroosters.
12. ELECTRISCHE AANSLUITINGEN
De toestellen worden geleverd met een schroefklemmenblok voor kabels tot 2,5 mm
kabels aansluit dient u na te gaan of de voedingsspanning correct is. Het is heel belangrijk voor de
goede werking van het toestel dat alle ingangssignalen (sondes, digitale ingangen) strikt gescheiden
worden van stroomvoerende kabels, relais en voedingen. De draden van de sondes en digitale
ingangen MOETEN op min. 10cm van alle stroomvoerende geleiders gemonteerd worden. Kan dit
niet, dan dient afgeschermde kabel gebruikt te worden (afscherming aan één kant geaard).
Respecteer de max. toegelaten stromen door de relais van de toestellen, bij zwaardere belastingen
dient een extern relais gebruikt te worden
12.1 SONDE AANSLUITING
De sondes moeten met de kop omhoog gemonteerd worden om het binnendringen van vocht in de
sondes te vermijden. Het wordt aangeraden om de ruimtetemperatuur sonde niet in de luchtstroom
van de verdamper te plaatsen zodat een correct beeld van de gemiddelde ruimtetemperatuur
verkregen wordt. Plaats indien noodzakelijk de eindedooisonde tussen de verdamper vinnen op de
koudste plaats, waar het meeste ijsvorming is, weg van de verwarmingselementen of de warmste
plaats tijdens ontdooiing om een te vroege beëindiging van de ontdooiing te voorkomen.
13. GEBRUIK VAN DE HOTKEY PROGRAMMEERSLEUTEL
13.1 UPLOAD (VAN HET TOESTEL NAAR DE "HOT KEY")
1.
Programmeer eerst een regelaar via het toetsenbord.
Als het toestel AAN is steekt u de "Hot key" in de TTL poort en drukt u op de è toets; het "uL"
2.
bericht verschijnt., gevolgd door "End".
3.
Druk de "SET" toets om het knipperende bericht "End" te verwijderen.
4.
Schakel het toestel uit, verwijder de "Hot Key", en schakel dan het toestel terug AAN.
Op het einde van de gegevensoverdrachtsfase kan het toestel de volgende berichten tonen:
"end "voor juiste programmering, en "Err" voor foute programmering. In dit laatste geval druk deo
toets in als u programmering wilt herbeginnen of verwijder de niet geprogrammeerde "Hot key".
13.2 DOWNLOAD (VAN DE "HOT KEY" NAAR HET TOESTEL
1.
Schakel het toestel uit en steek de geprogrammeerde "Hot Key" in de TTL poort, schakel de
regelaar dan AAN.
2.
Automatisch wordt de parameterlijst van de "Hot Key" gedownload naar het geheugen, het
"DoL" bericht knippert, gevolgd door "End".
3.
Na 10sec zal het toestel heropstarten met de nieuwe parameters.
4.
Verwijder de Hot Key".
Op het einde van de gegevensoverdrachtsfase kan het toestel de volgende berichten tonen:
"End " voor juiste programmering. Het toestel start opnieuw op met de nieuwe programmering.
"Err" voor foute programmering. In dit geval, schakelt u het toestel uit en dan terug aan als u het
downloaden opnieuw wilt poberen of verwijdert u de "Hot key" om de bewerking te onderbreken
14. ALARMSIGNALEN
Label
Oorzaak
"P1"
Defect ruimtesonde
de
"P3"
Defect 3
sonde
"P4"
Defect 4
de
sonde
"HA"
Maximum temperatuur alarm
"LA"
Minimum temperatuur alarm
"HA2"
Condensor hoge temp alarm
"LA2"
Condensor lage temp alarm
"dA"
Open deur alarm (i1F=dor)
"EA"
Externl alarm (i1F=EAL)
"CA"
Serieus extern alarm (i1F=bAL)
"CA"
Pressostaat alarm (i1F=PAL)
14.1 ALARM HERSTEL
Sonde alarms P1", "P3" en "P4" start enkele seconden nadat de fout gedetecteerd is en stopt
automatisch als het probleem opgelost is. Controleer de connecties vooraleer de sonde te vervangen.
Temperatuur alarmen "HA", "LA" "HA2" en "LA2" stopt automatisch vanaf de temperatuur weer in het
normale bereik is.
Alarmen "EA" en "CA" (met i1F=bAL) worden herstelt vanaf wanneer de digitale ingang niet meer
actief is.
Alarm "CA" (met i1F=PAL) wordt herstelft nadat het toestel af en terug aan gezet wordt. (of standby).
14.2 ANDERE BOODSCHAPPEN
Pon
Toetsenbord gedeblokkeerd
Uniechemie
Om een X-REP toestel te verbinden met de
regelaar kan één van de volgende connectors
gebruikt worden. CAB-51F(1m), CAB-
52F(2m), CAB-55F(5m),
2
. Vooraleer u de
Uitgangen
Compressor uitgang volgens"Con" en "COF"
Uitgangen onverandert
Uitgangen onverandert
Uitgangen onverandert
Uitgangen onverandert
Afhankelijk van parameter "Ac2"
Afhankelijk van parameter "bLL"
Comp en/of vent herstarten afhankelijk van "rrd"
Uitgangen onverandert
Uitgangen uitgeschakeld
Uitgangen uitgeschakeld
BV
o
o o
3/4

Advertenties

loading