4
Steek de houder met de reinigingseenheid zo ver
mogelijk in de printer en trek de houder vervolgens
terug tot het open venster volledig wordt
weergegeven.
Schuif de houder ca. drie keer naar binnen en naar
buiten.
5
Verwijder de houder met de reinigingseenheid uit
de printer en sluit het onderhoudsluik.
6
Plaats de verwijderde schroef in stap 3 weer terug
in het onderhoudsluik.
Opmerking
Controleer of het onderhoudsluik dicht is en maak
het vast met behulp van de schroef. Als het
onderhoudsluik niet volledig dicht is, kan het
onderhoudsluik open springen en worden alle
afdrukactiviteiten onmiddellijk gestopt.
7
Druk op de voedingsschakelaar om de printer weer
in te schakelen.
Filter reinigen
Aan de rechterzijde en de achterzijde van de printer zijn
ventilatieopeningen aangebracht om oververhitting van
het apparaat te voorkomen.
Als het bericht "CLEAN FAN FILTER" op het
printerdisplay wordt weergegeven, dan is het filter dat de
ventilatieopeningen aan de achterzijde van het apparaat
afdekt vuil geworden.
Ga als volgt te werk voor het reinigen van het filter.
Open venster
1
Maak de schroeven van de ventilatorkap los en leg
de schroeven respectievelijk aan de linker- en
rechterzijde neer. Verwijder vervolgens de
ventilatorkap met het filter.
2
Reinig de ventilator met behulp van een stofzuiger
of dergelijke.
Opmerkingen
• Zorg dat het filter niet komt vast te zitten in de
stofzuiger.
• Wrijf nooit hard over het net van het filter.
3
Plaats en bevestig het filter en de ventilatorkap weer
op het zijpaneel met behulp van de schroeven in
stap 1.
21
Voorzorgsmaatregelen