Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Kinderen; Onderhoud; Algemeen Onderhoud - Toro HoverPro 400 Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor HoverPro 400:
Inhoudsopgave

Advertenties

Maai dwars over een helling, nooit de helling op en af.
Ga zeer zorgvuldig te werk als u van richting verandert
op een helling.
Kijk uit voor gaten, geulen, hobbels, stenen of andere
verborgen objecten. Oneffen terrein kan ongevallen
veroorzaken waarbij de gebruiker wegglijdt en ten val
komt. In hoog gras zijn obstakels niet altijd zichtbaar.
Maai geen nat gras of uitermate steile hellingen. Het
niet goed neerzetten van de voeten kan ongevallen
veroorzaken waarbij de gebruiker wegglijdt en ten val
komt.
Maai niet in de buurt van steile hellingen, greppels
of dijken. U loopt dan de kans weg te glijden of uw
evenwicht te verliezen.
Houd bij het werken met de HoverPro altijd beide handen
op de duwboom.
Als u steile hellingen wilt maaien vanaf de top van
de helling en een groter bereik nodig hebt, bind de
HoverPro dan nooit aan een touw. Gebruik de optieset
met duwboomverlenging.

Kinderen

Er kunnen fatale ongelukken gebeuren als de gebruiker van
de machine niet alert is op de aanwezigheid van kinderen.
Kinderen worden vaak aangetrokken door de machine en
de werkzaamheden die ermee worden verricht. Ga er nooit
van uit dat kinderen op de plaats blijven waar u ze het laatst
heeft gezien.
Houd kinderen uit de buurt van de plaats waar gemaaid
wordt en plaats ze onder toezicht van een andere
verantwoordelijke volwassene dan de bediener van de
maaier.
Let goed op en zet de machine af als kinderen het
werkgebied betreden.
Laat kinderen nooit de machine bedienen.
Wees extra voorzichtig bij het naderen van blinde hoeken,
struiken, bomen en andere objecten die het zicht op een
kind kunnen belemmeren.

Onderhoud

Het veilig gebruiken van benzine
Wees uiterst voorzichtig bij het omgaan met benzine,
om persoonlijk letsel en materiële schade te voorkomen.
Benzine is uiterst brandbaar en de dampen zijn
explosief.
Doof alle sigaretten, sigaren, pijpen en andere
ontstekingsbronnen.
Gebruik uitsluitend een goedgekeurd vat benzine.
Verwijder nooit de dop van de brandstoftank en vul nooit
brandstof bij wanneer de motor loopt. Laat de motor
afkoelen voordat u brandstof bijvult.
U mag de brandstoftank nooit binnenshuis bijvullen of
aftappen.
Bewaar de machine of brandstofhouder nooit bij een
open vlam, vonk of waakvlam bij bijv. een geiser of
andere apparaten.
Vul vaten nooit in een voertuig of vrachtwagen of op een
oplegger met plastic afdekking. Zet benzinevaten altijd
op de grond en uit de buurt van de machine vóór u de
tank bijvult.
Verwijder een machine met een benzinemotor eerst
van de vrachtwagen of aanhanger en tank deze op de
grond bij. Als dit niet mogelijk is, is het beter dergelijke
machines bij te vullen uit een draagbaar vat in plaats met
behulp van een vulpistool van een benzinepomp.
Houd het vulpistool in contact met de rand van de
benzinetank of het vat tot het tanken voltooid is. Gebruik
geen vergrendeling voor het vulpistool.
Kleed u onmiddellijk om als er brandstof wordt gemorst
op uw kleding.
Doe de brandstoftank nooit te vol. Plaats de dop terug en
draai deze goed vast.
WAARSCHUWING
De uitlaatgassen bevatten koolmonoxide, een
reukloos, dodelijk gif.
Laat de motor niet binnenshuis of in een afgesloten
ruimte draaien.

Algemeen onderhoud

Gebruik de machine nooit in een afgesloten ruimte.
Draai alle moeren en bouten regelmatig strak aan, zodat
de machine steeds veilig in het gebruik is.
Knoei nooit met de veiligheidsvoorzieningen. Controleer
regelmatig of ze goed werken.
Houd de machine vrij van gras, bladeren, of andere
opgehoopte rommel. Ruim gemorste olie of brandstof
op en verwijder eventuele met brandstof vervuilde
materialen. Laat de machine afkoelen voordat u deze in
een afgesloten ruimte stalt.
Verricht nooit onderhouds- of reparatiewerkzaamheden
als de motor loopt. Maak de bougiekabel en aardingskabel
los van de motor om onbedoeld starten te voorkomen.
Verander nooit de stand van de toerenregelaar van de
motor en laat de motor niet te snel draaien.
Zorg ervoor dat de veiligheids- en instructiestickers in
goede staat zijn en vervang ze indien nodig.
Als er brandstof gemorst is, mag u de motor niet
aanzetten, maar dient u eerst de maaimachine te
verplaatsen. Zorg ervoor dat er geen ontstekingsbronnen
in de buurt van de gemorste brandstof komen totdat de
benzinedamp verdwenen is.
Vervang geluiddempers die gebreken vertonen.
3

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

02600314000001

Inhoudsopgave