3 Druk op de START/STOP-knop om te beginnen met opnemen.
• De statuslampjes branden.
• [PRE REC STBY] verandert [N PRE REC] terwijl u opneemt.
4 Druk nogmaals op de START/STOP-knop wanneer u met opnemen wilt stoppen.
• De camcorder neemt de clip op, waaronder circa 3 seconden met video en audio die was opgenomen
voordat u op de START/STOP-knop drukte.
• De statuslampjes gaan uit en [PRE REC STBY] verschijnt aan de bovenzijde van het scherm.
OPMERKINGEN
• U kunt tegelijkertijd slechts één speciale opnamestand gebruiken.
• De vooropnamestand wordt gedeactiveerd als u de speciale opnamestand wijzigt of uitschakelt.
Dat gebeurt ook als u de videoconfiguratie wijzigt.
• Tijdens de vooropnamestand wordt de tijdcode opgenomen met een tijdcodewerking (0 69) die staat
ingesteld op [Free Run], ongeacht de eerdere instelling. Als alternatief kunt u een extern tijdcodesignaal
gebruiken (alleen b). Als de tijdcode wordt opgenomen, bevat deze de 3 seconden voordat de
START/STOP-knop werd ingedrukt. Als u de speciale opnamestand deactiveert, dan keert de tijdcodewerking
terug naar de vorige instelling.
Speciale opnamestanden
89