Controleer de V-riem spanning met speciaal
gereedschap (DAF nr. 1240443).
1.
Stel de meter op nul door de meetarm (1) in te
drukken. (Figuur 4-16)
2.
Plaats de V-riem spanningsmeter op de V-riem, in
de middenpositie (A) tussen de riemschijven.
(Figuur 4-17)
3.
Druk met behulp van de V-riem spanningsmeter
de V-riem langzaam in totdat de meter een
klikgeluid maakt.
4.
Verwijder voorzichtig de spanningsmeter. Let
erop dat de meetstang niet verspringt.
5.
Lees de waarde af die wordt aangegeven door de
stand van de meetarm ten opzichte van de
schaalverdeling. Vergelijk deze waarde met de
aanbevolen voorspanning. (Zie Tabel 4-1)
3
Nieuwe V-riem
Afstelspanning
Controlespanning
Ingelopen V-riem
Laagste spanning
Correctiespanning
(1)
Ommantelde V-riemen zijn te herkennen aan een textielweefsel dat in het rubber aanwezig is, zowel aan de binnenzijde als aan de flanken van de V-riem.
Uitvoering: zonder vertanding.
(2)
V-riemen met open flank zijn te herkennen aan de flanken en de binnenzijde, waarbij in tegenstelling tot de bovenzijde van de riem geen textielweefsel in het
rubber aanwezig is (geslepen riemflank). Uitvoering: met of zonder vertanding.
(3)
Na het aanbrengen van een nieuwe V-riem, de voorspanning afstellen op de afstelspanning. Na de proefrit dient de voorspanning tenminste gelijk te zijn aan
de controlespanning. Zonodig nastellen op de controlespanning.
(4)
Wanneer de ingelopen V-riem onder de 'laagste spanning' zit, deze opnieuw afstellen op de correctiespanning.
AT3EURO4.SK377_NL_H04_v001
Riemspanning "12,5 mm" V-riemen in Newton (N)
meervoudige V-riem
1
ommanteld
900
>600
4
400
450
HANDLEIDING SPIERINGS TRUCK SK377-AT3
2
open flank
ommanteld
1200
>800
500
700
Tabel 4-1
Figuur 4-16
Figuur 4-17
enkelvoudige V-riem
1
2
open flank
500
600
>300
>400
200
250
250
350
4-11