Geheugenfunctie voor het verstellen van de stoel
De geheugenfunctie voor het verstellen van de stoel heeft
3 posities. Nadat u de stoelinterface op het scherm van
de middenconsole hebt geopend, stelt u eerst de stoel in
(rugleuning/vooruit/achteruit
voorkant/achterkant omhoog en andere functies), selecteert
u de aanraakknop voor het bestuurdersgeheugen 1/2/3 en houdt
u deze ongeveer 2 seconden ingedrukt, totdat op het scherm
van de middenconsole wordt gemeld dat het opslaan is gelukt
(Als we de stoel in een andere positie dan geheugen 1 zetten
en terug willen naar de positie van geheugen 1, druk kort op de
geheugenknop 1, de stoel gaat naar de opgeslagen positie van
geheugen 1).
Om de elektrisch verstelbare passagiersstoel voorin (type 2) in te
stellen, selecteert u de aanraakknop voorpassagier voorin, met
dezelfde bedieningsmethode als het bestuurdersgeheugen.
Voordat u gaat rijden
schuiven/in
hoogte
verstelling
Verstelling van de stoel van de voorpassagier
Handmatig verstelbare stoel voorpassagier
Vooruit/achteruit schuiven
Trek de hendel (1) omhoog en schuif de stoel naar de gewenste
positie. Laat de afsteller (1) los en controleer of de rugleuning is
vergrendeld.
1
13