keer wanneer u kort drukt, wordt de waarde van de minuten
verhoogd met een minuut (0 - 60 minuten). (Als de waarde
van de minuten hoger is dan 60, heeft dit geen invloed op de
waarde van het uur).
Druk, in de modus voor het instellen van minuten, nu binnen
5 seconden op (2) om de instelmodus voor de klok af te sluiten.
18
Voordat u gaat rijden
Waarschuwings- en controlelampjes
Richtingaanwijzer
(groen) links of rechts op het combi-instrument. Wanneer de
schakelaar van de waarschuwingsknipperlichten wordt ingedrukt,
knipperen de linker en rechter richtingaanwijzers tegelijkertijd.
Opmerking: Als een richtingaanwijzer snel knippert, geeft
dit aan dat de gloeilamp in die richtingaanwijzer defect is.
Controlelampje grootlicht
instrument gaat branden wanneer de koplampen in de stand
grootlicht of knipperen staan.
Controlelampje mistlamp achter
combi-instrument brandt wanneer de mistlampen achter zijn
ingeschakeld.
Controlelampje positielamp
instrument gaat branden wanneer de positielampen branden.
/
Tijdens sturen knippert de richtingaanwijzer
Het controlelampje grootlicht (blauw) op het combi-
Het controlelampje mistlamp achter (geel) op het
Het controlelampje positielamp (groen) op het combi-