AUTO HOLD
Wanneer de functie "AUTO HOLD" is
geactiveerd, houdt het voertuig de remdruk vast
om het voertuig stil te houden wanneer u het
voertuig stopt door het rempedaal in te drukken,
om te wachten op een signaal of in geval van
verkeersopstoppingen.
y In de stand R (achteruit) werkt de AUTO
HOLD-functie niet.
y Wanneer u het gaspedaal intrapt wordt de
rem automatisch losgelaten en kunt u verder
rijden.
De AUTO HOLD functie activeren
Wanneer u de AUTO HOLD-knop indrukt, gaat
het AUTO HOLD-controlelampje (wit) aan en
wordt de functie AUTO HOLD geactiveerd.
De AUTO HOLD functie deactiveren
y Wanneer u de AUTO HOLD knop indrukt
terwijl de AUTO HOLD functie is geactiveerd,
wordt deze weer gedeactiveerd.
De AUTO HOLD functie gebruiken
1
Druk op de AUTO HOLD-schakelaar.
Het controlelampje AUTO HOLD (wit) op
het combi-instrument gaat aan.
2
Trap het rempedaal in om de auto volledig
tot stilstand te brengen.
De kleur van het AUTO HOLD-
controlelampje verandert van wit naar
groen en de rem wordt in werking gesteld.
3
Trap het gaspedaal rustig in wanneer
u wegrijdt.
De kleur van het AUTO HOLD-controlelampje
verandert van groen naar wit en de rem wordt
losgelaten.
Waarschuwing
y Wanneer u op een neerwaartse helling
rijdt, trap dan niet plotse het gaspedaal in.
Dit toch doen kan het voertuig snel doen
accelereren en een gevaarlijke situatie
veroorzaken.
Starten en rijden
4
4-139