Een sleeptouw gebruiken
Het gesleepte
Takelwagen
Binnen 5 meter
1
Maak het sleeptouw goed vast op de
sleephaken van het voertuig dat gesleept
moet worden en het sleepvoertuig.
2
Bind een witte doek om het midden van het
sleeptouw zodat deze goed zichtbaar is.
3
Zet de parkeerrem van het te slepen
voertuig los en plaats de SBW-
schakelhendel in de stand N (neutraal).
4
Als de motor van het te slepen voertuig
uitgeschakeld is, zet de START/STOP-
schakelaar dan in de stand ON (AAN).
5
Zet de waarschuwingsknipperlichten aan
op zowel het voertuig dat gesleept moet
worden als het sleepvoertuig.
5-16
Noodmaatregelen in geval van nood
6
Start de motor van het trekkende voertuig
en sleep het te slepen voertuig.
Op dit moment moet de lengte van het
sleeptouw minder dan 5 meter zijn en
moet de totale lengte van het slepende
voertuig
en gesleepte voertuig en het sleeptouw
minder dan 25 meter bedragen.
Sleep het voertuig met snelheden van
ongeveer 5 km/u of minder
y Gebruik het sleepoog alleen om een
voertuig over een korte afstand te slepen
in een noodsituatie. Vermijd overdadig
gebruik.
y Als u een voertuig wilt slepen met de
sleephaak, zorg dan dat de kracht goed
is verdeel in de richtingen voor, achter
en horizontaal. Trek niet hard op en rijd
voorzichtig om geen overdadige kracht
uit te oefenen op de sleephaak. Dit nalaten
kan het sleeptouw of -ketting beschadigen
en leiden tot schade aan het voertuig of
ernstig letsel.
Waarschuwing
Let op
y Vermijd onpraktisch slepen en het slepen
van een voertuig dat zwaarder is dan het
slepende voertuig.
y Als er veel afdalende hellingen of heuvels
op de route voor het slepen zijn, probeer
het voertuig dan niet te slepen met de
sleephaak.
y De prestaties van de remmen zullen
aanzienlijk minder zijn wanneer het
voertuig niet is ingeschakeld. Daarom
moet u het rempedaal sterker dan normaal
intrappen wanneer u het voertuig sleept
met de sleephaak.
y Sleep het voertuig terwijl daarvan de
gevarenlichten aan zijn en gebruik ook
in het slepende voertuig de signalen.