q
w
e
w
q
w
e
q
e
q
w
Quilten
q Steekpatroon:
w Spanning op bovendraad:
e Naaivoetje:
* Steekpatronen 31, 39 of 42 kunnen ook worden gebruikt.
Deze quiltsteek geeft een decoratief effect.
Fagotsteek
q Steekpatroon:
w Spanning op bovendraad:
e Naaivoetje:
Gebruik deze steek om twee stukken stof zo te verbinden
dat er open werk ontstaat, wat het design interessant maakt.
Vouw beide stofranden 1,5 cm naar binnen en pers ze.
Speld de twee randen 0,3 cm van elkaar op een stukje
papier. Naai langzaam en leid de stof zo dat de naald de
omgevouwen rand aan beide zijden raakt.
Verwijder het papier als u klaar bent met naaien.
q 0,3~0,4 cm
w Papier
Satijnsteken
q Steekpatroon:
w Spanning op bovendraad:
e Naaivoetje:
* Steekpatronen 20, 21, 22, 24 en 25 kunnen ook worden
gebruikt.
U krijgt betere naairesultaten als u op stretchstoffen of
elastische stoffen op de averechtse kant van de stof
tegenvoering aanbrengt.
Druk op de afhechttoets om het eind van het patroon af te
werken.
40
38
3 tot 6
Satijnsteekvoetje F
Aangepast zigzagvoetje F2
43
3 tot 6
Satijnsteekvoetje F
23
3 tot 6
Satijnsteekvoetje F
Aangepast zigzagvoetje F2