e Nachtportret
De flitser gaat altijd af.
De camera detecteert een menselijk gezicht en stelt hierop scherp. Zie pagina 58 voor meer
informatie.
De camera verzacht huidtinten door de functie Huid verzachten toe te passen (A54).
Als geen gezichten worden herkend, stelt de camera scherp op het onderwerp in het midden
van het beeld.
Digitale zoom is niet beschikbaar.
f Party/binnen
De camera stelt scherp op het onderwerp in het midden van het beeld. Het scherpstelveld kan
worden gewijzigd met Aanraaksluiter of Aanraak-AF/AE (A53).
Houd de camera stevig vast. Wanneer u een statief gebruikt om de camera te stabiliseren, stelt
u Vibratiereductie in op Uit in het setup-menu (A74).
Z Strand
De camera stelt scherp op het onderwerp in het midden van het beeld. Het scherpstelveld kan
worden gewijzigd met Aanraaksluiter of Aanraak-AF/AE (A53).
z Sneeuw
De camera stelt scherp op het onderwerp in het midden van het beeld. Het scherpstelveld kan
worden gewijzigd met Aanraaksluiter of Aanraak-AF/AE (A53).
h Zonsondergang
De camera stelt scherp op het onderwerp in het midden van het beeld.
Gebruik de instelknop onderwerpeffecten (A33) om de beeldkleur aan te passen.
i Schemering
Wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt, lichten de scherpstelvelden of de
scherpstelaanduiding (A6) altijd groen op.
Gebruik de instelknop onderwerpeffecten (A33) om de beeldkleur aan te passen.
Onderwerpstand (opname voor vastgestelde onderwerpen)
O
O
O
35