O Dierenportret
Wanneer u de camera op een hond of kat richt, detecteert de camera het gezicht van het dier
en stelt hierop scherp. De sluiter wordt standaard automatisch ontspannen wanneer de camera
heeft scherpgesteld (Dierenp. autom. ontsp.).
Druk op de knop d (A2) en selecteer C Continu en selecteer vervolgens
U Enkelvoudig of C Continu op het scherm dat wordt weergegeven.
- U Enkelvoudig: De camera maakt één beeld tegelijk.
- C Continu (standaardinstelling): Wanneer is scherpgesteld op het gedetecteerde gezicht,
ontspant de camera de sluiter automatisch 3 keer. Snelheid voor continu-opnamen:
ongeveer 1,3 beelden per seconde. Wanneer u de sluiter handmatig ontspant, kunnen tot
17 beelden continu worden gemaakt terwijl de ontspanknop ingedrukt wordt gehouden.
Snelheid voor continu-opnamen: ongeveer 1,4 beelden per seconde (wanneer
Beeldmodus is ingesteld op P 4608×3456).
B
Opmerkingen over Dierenp. autom. ontsp.
Om de instelling te wijzigen, drukt u op de knop d en selecteert u Y Dierenp. autom. ontsp..
- o Aan (standaardinstelling): De sluiter wordt automatisch ontspannen wanneer is scherpgesteld op
het gedetecteerde gezicht.
- p Uit: De sluiter wordt niet automatisch ontspannen wanneer het gezicht van een dier wordt
gedetecteerd. Gebruik de ontspanknop of de aanraaksluiter om de sluiter te ontspannen (A53).
Dierenp. autom. ontsp. wordt automatisch uitgeschakeld wanneer:
- 5 burstopnamen werden gemaakt.
- Het interne geheugen of de geheugenkaart vol is.
Om nog beelden te maken met de functie Dierenp. autom. ontsp., drukt u op de knop d en stelt u
Y Dierenp. autom. ontsp. opnieuw in op Aan.
B
AF-velden
Wanneer de camera een gezicht detecteert, wordt een
dubbele rand (scherpstelveld) weergegeven rond het
gezicht; de dubbele rand licht groen op wanneer is
scherpgesteld.
Wanneer de camera meerdere gezichten (tot vijf gezichten)
herkent, wordt het gezicht dat het grootst op de monitor
wordt weergegeven, voorzien van een dubbele rand en de
andere gezichten krijgen een enkele rand.
Wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt terwijl er geen
gezichten van dieren worden herkend, stelt de camera
scherp op het onderwerp in het midden van het beeld.
B
Opmerkingen over de onderwerpstand Dierenportret
Digitale zoom kan niet worden gebruikt.
Afhankelijk van de afstand van het dier tot de camera, de snelheid waarmee het dier beweegt, de richting
waarin het dier kijkt, de omgevingshelderheid rond het gezicht van het dier, enz., kan de camera het
gezicht van het dier mogelijk niet detecteren of worden andere onderwerpen voorzien van een rand.
C
Beelden bekijken die werden gemaakt met Dierherkenning
Wanneer u in de schermvullende weergavestand een beeld vergroot door de zoomknop naar g (i) te
draaien, wordt het beeld dusdanig vergroot dat het gedetecteerde gezicht in het midden van de monitor
wordt weergegeven.
Wanneer de camera meerdere gezichten heeft gedetecteerd terwijl het beeld werd gemaakt, kunt u op
M of N tikken om een ander gezicht weer te geven. Zodra u de zoomfactor wijzigt, kunt u inzoomen op
een gebied van het beeld zonder gezichten.
Onderwerpstand (opname voor vastgestelde onderwerpen)
[ 930]
[ 930]
[ 930]
39