2.4
WBL-variabelen en hun limieten (vervolg)
mA
Toegangscode
Alarmmeldingen Hoog & Laag
3.0
UITPAKKEN & INSTALLATIE
3.1
De eenheid uit de verpakking halen
Inspecteer de inhoud van het karton. Breng de transporteur onmiddellijk op de hoogte van tekenen van
schade aan de controller of onderdelen ervan. Neem contact op met uw dealer als er onderdelen
ontbreken. Het zou het volgende moeten bevatten: een controller van de WBL-reeks en de handleiding,
en alle bestelde opties en/of accessoires.
3.2
Montage van de elektronische behuizing
De controller van de WBL-reeks wordt geleverd met montagegaten in de behuizing. Het toestel zou
tegen de wand aangebracht moeten worden met het display op ooghoogte, op een trillingsvrij oppervlak,
met gebruikmaking van alle vier montagegaten voor een maximale stabiliteit. Gebruik M 6 (1/4"
diameter) bouten die geschikt zijn voor desbetreffende muurconstructie . De beschermingsgraad van de
behuizing is NEMA 4X. De maximale omgevingstemperatuur is 50°; vergeet niet daar rekening mee te
houden als de installatie zich in een zone met hoge temperatuur bevindt. De behuizing vereist de
volgende vrije ruimte
Bovenaan:
Links:
Rechts:
Onderaan :
3.3
Installatie
Na montage van de controller van de WBL-reeks mogen de doseerpompen op een willekeurige afstand
van de controller worden geplaatst. De geleidbaarheidssonde moet zo dicht mogelijk bij de controller
worden aangebracht op een maximumafstand van 75 m. Ideaal is minder dan 7,5 m. De kabel MOET
afgeschermd worden tegen elektrische storingen. (De standaardkabellengte is 3 m. Neem contact op met
de fabriek als u een langere kabel nodig hebt.)
4mA& 20mA-instellingen
Nieuwe waarde
2" (50 mm)
8" (203 mm)
4" (102 mm)
7" (178 mm)
Ondergrens
0 µS/cm
0
1%
(Op nul zetten om te deactiveren)
4
Bovengrens
10.000 µS/cm
9999
50%