INSTALLATIE
6.
Stop de gast machine.
7.
Schuif zowel het codeergedeelte als de tegendrukplaat naar de gewenste afdrukpositie (X-as).
8.
Stel de gewenste afdrukpositie (Y-as) in met behulp van de folie-instellingsrol.
9.
Start de gast machine.
10. Herhaal stappen 6 tot en met 10 tot de afdruk op de gewenste positie op het substraat staat.
5.6
Printkwaliteit optimaliseren
De kwaliteit van de afdruk wordt bepaald door een combinatie van tekstkopdruk, printtijd,
tekstkoptemperatuur en de afstelling van de tegendrukplaat.
1
6
5
Fig. 5.13
Tegendrukplaat.
1.
Zet de printer aan met de hoofdschakelaar op de besturingskast.
2.
Stel de systeemdruk met het luchtreduceer in op een druk tussen de 0.5-0.8 MPa (5-8 bar).
3.
Plaats een tekstkop in de tekstkophouder van het codeergedeelte.
4.
Stel de tekstkoptemperatuur (TEMP) in op 160°C, zie de menustructuur in Bijlage E.
5.
Draai de borgmoeren (6) los en zet middels de veer afstelmoer (4) enige druk op de tegendrukplaat veer
(3).
6.
Draai de vier afstelschroeven (5) zover los dat de afstand tussen de tekstkop en de tegendrukplaat
ongeveer 5mm is.
7.
Plaats het lint, zie paragraaf 5.5.2 of 5.5.3.
8.
Maak een aantal afdrukken (zodra de tekstkop op de ingestelde temperatuur is) door om de TEST knop
te drukken (werkt alleen in STOP mode).
9.
Stel tijdens het maken van de afdrukken de printtijd in (TIME) , zie de menustructuur in Bijlage E.
10. Stel tijdens het maken van de afdrukken vervolgens het linttransport in met de linttransportinstelling op
het codeergedeelte.
11. Borg de linttransportinstelling zodra de afdrukken op het lint elkaar net niet overlappen.
12. Stel de tegendrukplaat met de vier afstelschroeven (5) zo af dat deze evenwijdig staat aan de tekstkop
en er een gelijkmatige hoog kwalitatieve afdruk wordt gemaakt. De afstand tussen de tekstkop en het
substraat moet ongeveer 5mm zijn. Borg de afstelschroeven met de borgmoeren (6) zodra een goede
afstelling is bereikt. Pas indien gewenst/noodzakelijk de instelling van de TEMP en/of TIME opnieuw in
na het borgen van de afstelschroeven.
13. Controleer het afdrukresultaat. Ga door als de afdruk goed is, stel in de overige gevallen de printer
opnieuw af volgens bovenstaande stappen.
14. Zorg er voor dat de tegendrukplaat veer (3), middels de borgmoer, altijd een beetje gespannen staat. Dit
houdt de tegendrukplaat in positie tijdens het verschuiven van de tegendrukplaat over de X-as.
15. Druk op de RUN knop om de printer in productie te nemen (RUN mode).
5-10
2
3
4
kortho
Hotprinter M-D Serie
1. Bevestigingsschroef
siliconenplaat
2. Siliconenplaat
3. Tegendrukplaatveer
4. Veer afstelmoer
5. Afstelschroeven (4x)
6. Borgmoer
H315 AN
Rev.: 15