Net voordat de zwenkarm de omlaag positie bereikt, raken de steunwielen de bovenkant van de
trede en heffen deze de LIFTKAR ongeveer 10 mm op. Dit is normaal en wordt door ervaren
chauffeurs gebruikt als waarschuwingsteken. U kunt weer omhoog rijden zodra de steunwielen de
grond raken. Dit maakt een vloeiende, continue afdaling van de trappen mogelijk.
Bij gesloten, korte treden, bijvoorbeeld smalle wenteltrappen binnen, kunnen de steunwielen de
trede raken en kan de LIFTKAR maximaal 8 tot 9 cm naar voren bewegen. Dit is normaal, omdat
de LIFTKAR dan toch klaar is om weer omhoog te gaan.
De LIFTKAR SAL is de enige elektrische trappensteekwagen waarbij de bestuurder bij het afdalen geen knop of
schakelaar hoeft te bedienen.
4.3 WAAR MOET JE OP LETTEN
4.3.1 BALANSVERSCHUIVING
Bij het oplopen van de trap verandert de balans van de last vrij snel
zodra de zijwieltjes de grond raken. Kleine lasten veroorzaken een
voorwaartse trek. Bestuurders wennen snel aan deze plotselinge
trekkracht en compenseren door te "ondersteunen" met het tillen. Door
10° tot 20° achterover te leunen voordat de steunwielen de grond raken,
wordt deze plotselinge trekbeweging ook verminderd.
Liftkar SAL I 13