BEDIENING
IN- EN UITSCHAKELEN
Inschakelen
-Toets
indrukken
7
Weergaven bij ingeschakeld flitsapparaat
• De controle-LED
brandt eerst rood en wordt bij het bereiken
9
van de flits-paraatheid groen (bij voldoende batterijcapaciteit is
dat na enkele seconden).
• Op de monitor
verschijnen de indicaties voor de ingestelde
10
modus.
• Bij navenant uitgeruste camera´s wordt de flits-paraatheid in de
zoeker en / of in de monitor weergegeven.
Aanwijzing:
U kunt een testflits activeren door op de controle-LED te drukken.
Uitschakelen
-Toets indrukken
Automatisch uitschakelen
Om de batterijcapaciteit te ontzien, worden de indicaties op de mo-
nitor enkele seconden na de laatste bediening donker. Circa 2
minuten na de laatste flits-opname of de laatste bediening schakelt
het flitsapparaat in de modi
,
A
terug naar Standby, om de batterijen te ontzien. Dit wordt
aangeduid doordat de controle-LED groen knippert.
In de modi
en
(zie pagina 20) en
SD
SF
gebeurt dit pas na circa 5 minuten.
Als het flitsapparaat langer dan 60 minuten niet wordt gebruikt (er
wordt dus geen toets of selectiewieltje bediend en geen flits geacti-
veerd), schakelt hij volledig uit.
Flitsapparaat in standby-modus weer activeren:
Camera-ontspanner aantikken of instelring
indrukken
Aanwijzingen:
• Na een serie van meer dan 20 tot 30 flitsen in snelle volgorde
met hoog energieniveau wordt het flitsapparaat automatisch
voor enkele minuten in een paraatheidsmodus gezet om de
elektronica te beschermen tegen oververhitting. Dit wordt
aangeduid doordat de controle-LED
1,5 seconde knippert. Tijdens deze afkoeltijd kan het apparaat
niet worden geactiveerd. Dat geldt ook als de gebruikte
batterijen te heet worden.
• Als het flitsapparaat langere tijd niet wordt gebruikt, adviseren
we het uit te schakelen en de stroombronnen eruit te halen.
en
(zie pagina 16/16/18)
TTL
M
(zie pagina 20)
ABC
aan willekeurige kant
11
in intervallen van
9
NL
13