ZOOMREFLECTOR
NL
Het flitsapparaat heeft een zoomreflector, waarmee zijn verlich-
tingshoek kan worden aangepast aan een objectief-brandpuntsaf-
stand tussen 24 en 200 mm. Afhankelijk van de modus van het
flitsapparaat vindt dit uitsluitend automatisch plaats (bij
uitsluitend handmatig (bij
handmatig (bij
en
TTL
plaats bij het veranderen van de brandpuntsafstand (zoomen) aan
Vario-objectieven.
Handmatige instelling
1. Instelring
onder (bij
11
• Op de monitor
ven.
2. Instelring draaien, om de automatische instelling - A, of de
gewenste brandpuntsafstand te kiezen (in negen niveaus van
tot 200
)
mm
mm
24
3. U verlaat de functie door de instelring nogmaals onder voor
circa 1 s in te drukken
Tip:
Als u een zoomobjectief gebruikt en niet altijd de volledige
actieradius van het flitsapparaat nodig hebt, kan het handig zijn de
begin-brandpuntsafstand van het objectief handmatig in te stellen.
Daarmee is gegarandeerd dat de beeldranden altijd volledig zijn be-
licht, zonder dat u continu de instelling hoeft aan te passen.
Voorbeeld:
U gebruikt een zoomobjectief met een brandpuntsafstand-bereik
van 24 tot 90 mm. In dit geval stelt u de positie van de reflector in
op 24 mm.
14
en
), of naar wens automatisch of
SD
SF
). De automatische instelling vindt ook
M
) circa 1 s indrukken
M.zoom
wordt de momentane instelling weergege-
10
Aanwijzingen:
• De automatische verstelling van de zoomreflector vereist
cameramodellen die de gebruikte brandpuntsafstand aan het flit-
sapparaat overdragen. Als dat niet het geval is, moet de
brandpuntsafstand handmatig worden ingesteld.
),
A
Details over dit thema vindt u in de betreffende handleidingen.
• De automatische brandpuntsafstand-aanpassing vindt niet plaats
als
– De reflectorkop is gezwenkt
– De groothoeklens is uitgetrokken
– De voorzetlens is geplaatst
• Een handmatig ingevoerde reflectorstand blijft ook na het uit- en
inschakelen van het flitsapparaat behouden.
• Alle brandpuntsafstand-gegevens of -instellingen in deze
handleiding hebben betrekking op het kleinbeeld-formaat; dat
wil zeggen: op een uitgangsformaat van 24 x 36 mm. Bij het
gebruik van camera's met kleinere of grotere formaten moet u
voor optimaal gebruik van de flits-actieradius de betreffende
geldige brandpuntsafstanden bepalen met behulp van de
betreffende omrekeningsfactoren.
Voorbeeld:
Door het APS-C formaat van de Leica TL komt de beeldwerking
van diens Summilux-TL 1:1.4/35 ASPH. overeen met circa een
factor 1,5 langere brandpuntsafstand (dus een 50 mm objectief)
bij een kleinbeeldcamera. Daarom moet u met de Summilux-TL
1:1.4/35 ASPH. de zoomreflector op 50 mm zetten.
De voor de gebruikte camera geldende omrekeningsfactor vindt
u in de betreffende handleiding.