de motor in de gekantelde stand vast te
zetten.
De buitenboordmotor moet gesleept en op-
geborgen worden in de normale vaarstand.
Als er te weinig ruimte is op de weg voor die
stand, sleep de buitenboordmotor dan in de
gekantelde stand en maak gebruik van een
motorsteun zoals een spiegelstang. Raad-
pleeg uw Yamaha-dealer voor meer details.
DMU28260
Buitenboordmotor opbergen
Bij het opbergen van uw Yamaha-buiten-
boordmotor gedurende langere periodes (2
maanden of meer), moeten verschillende
belangrijke procedures worden verricht om
overmatige beschadiging te voorkomen. Dit
is vooral belangrijk voor uw met olie-inspui-
ting uitgeruste buitenboordmotor omwille
van de gebruikte magere oliegehaltes in vrij-
loop vooraleer de motor wordt uitgezet voor
het seizoen. Het is aan te raden uw buiten-
boordmotor te laten onderhouden door een
bevoegde Yamaha-dealer vooraleer deze op
te bergen. Als eigenaar kunt u echter ook
zelf met een minimum aan werktuigen de
volgende procedures verrichten.
DCM01150
OPGELET:
Gebruik geen chemische producten die
G
silicone, fosfor of lood bevatten.
De zuurstofsensor van het elektroni-
G
sche
daardoor kunnen worden beschadigd.
Raadpleeg uw Yamaha-dealer voor de-
tails over het gebruik van chemische
producten voor opslag.
Tap de overblijvende benzine in de
G
dampafscheider af. Benzine die lange
tijd in de dampafscheider blijft zitten,
wordt slecht en kan dan schade veroor-
zaken aan de brandstofleiding.
DMU28303
Procedure
DMU29953
Uitspoelen met doorspoel aansluiting
(oorkap)
1.
Spoel de buitenboordmotor af met vers
water. Voor verdere informatie, zie pagi-
na 58.
2.
Koppel de brandstofleiding los van de
ZMU04720
motor of sluit de brandstofkraan, indien
voorzien.
3.
Verwijder de motorkap en de propeller.
4.
Installeer de doorspoelaansluiting over
de koelwaterinlaat.
DCM00300
OPGELET:
Laat de motor niet draaien zonder hem te
voorzien van koelwater. Anders wordt de
waterpomp van de motor beschadigd of
loopt de motor schade op door overver-
hitting. Alvorens de motor te starten,
moet worden gecontroleerd of de koelwa-
termantels wel worden voorzien van wa-
ter.
DCM00310
OPGELET:
Laat de buitenboordmotor niet met een
hoge snelheid draaien als hij aan de door-
spoelaansluiting ligt, want dan kan hij
oververhit raken.
Onderhoud
brandstofinspuitsysteem
zou
54