waarschuwingssysteem weer op nor-
maal gezet. Op de oliepeilaanduidings-
lamp is nu het gele segment te zien.
5.
Start de motor en ga in de dichtstbijzijn-
de haven olie halen.
NOTA:
De maximumhoeveelheid reserveolie is
G
3
1500 cm
(1.6 US qt, 1.31 Imp qt).
De oliepomp werkt niet als de motor meer
G
dan 35° naar boven is gekanteld. Zet de
motor rechtop (niet gekanteld), voordat u
de noodschakelaar gebruikt.
DMU29760
Behandeling van een
ondergedompelde motor
Als de buitenboordmotor ondergedompeld
werd, moet hij onmiddellijk naar een
Yamaha-dealer worden gebracht. Anders
kan hij bijna onmiddellijk beginnen te roes-
ten.
Als het niet mogelijk is om de buitenboord-
motor onmiddellijk naar een Yamaha-dealer
te brengen, volg dan de onderstaande pro-
cedure om de beschadiging van de motor zo
veel mogelijk te beperken.
DMU29790
Procedure
1.
Verwijder modder, zout, zeewier en der-
gelijke grondig met zoet water.
2.
Verwijder de bougie(s) en richt de bou-
Herstellen van defecten
gieopeningen naar beneden om water,
modder en contaminanten te lozen.
3.
Tap de brandstof af van de dampaf-
scheider, de brandstoffilter en de brand-
stofleiding.
4.
Voorzie de motor van conserveringsolie
of motorolie via het inlaatspruitstuk en
de bougieopeningen terwijl u de motor
aanzwengelt met de noodstartkoord.
5.
Ga zo snel mogelijk naar een Yamaha-
dealer met de buitenboordmotor.
DCM00400
OPGELET:
Probeer de buitenboordmotor niet te la-
ten draaien voordat hij volledig gecontro-
leerd is.
ZMU01909
ZMU01910
ZMU01911
82