Probleem
Autofocus stelt niet goed
scherp.
Het onderwerp bevindt zich
buiten het scherpstelgebied
van het opgenomen beeld.
De flitser flitst niet.
De opnamelamp (REC) en/of
de flitser knippert/knipperen
een aantal malen.
De camera schakelt zichzelf
langzaam uit tijdens het
aftellen van de
zelfontspanner.
Het beeld op het beeldscherm
is niet scherp.
B
1) Als de lens vuil is, reinig deze dan.
2) Het onderwerp bevindt zich mogelijk niet in het midden van het scherpstelkader tijdens het samenstellen
van het beeld.
3) Het onderwerp dat u aan het opnemen bent is mogelijk van een type dat niet past bij de autofocus
(pagina 68). Stel met de hand scherp (pagina 121).
4) De camera wordt mogelijk bewogen terwijl u aan het opnemen bent. Probeer op te nemen met de anti-
trilfunctie (pagina 123) of gebruik een statief.
5) U gebruikt mogelijk Quick Shutter en drukt de sluitertoets geheel in hetgeen een slechte scherpstelling
oplevert. Druk de sluitertoets halverwege in en geef de autofocus genoeg tijd om scherp te stellen.
Mogelijk is niet goed scherpgesteld op het beeld. Bij het samenstellen van het beeld dient u er op te letten
dat het onderwerp zich binnen het scherpstelkader bevindt
1) Als "
" (flitser uit) is geselecteerd als de flitserfunctie, schakel dan over op een andere functie
(pagina 72).
2) Laad de accu op (pagina 36) als deze leeg is.
3) Als een BEST SHOT scene geselecteerd is die de "
over op een andere flitserfunctie (pagina 72) of selecteer een andere BEST SHOT scene (pagina 96).
Wanneer "
" (automatisch flitsen) of "
de flitser in de aangegeven volgorde om het rode ogen effect te verminderen bij de personen op de foto
(pagina 72): Opnamelamp (REC) licht op
De accu kan leeg zijn. Laad de accu op (pagina 36).
1) U gebruikt mogelijk de handmatige scherpstelfunctie en u heeft niet scherpgesteld op het beeld. Stel
scherp op het beeld (pagina 121).
2) U kunt mogelijk de macrofunctie
voor landschappen en portretten (pagina 114).
3) U probeert mogelijk autofocus of de oneindig-functie
up foto. Gebruik de macrofunctie voor close-up foto's (pagina 115).
Mogelijke oorzaken en maatregel
" (flitser uit) flitsfunctie gebruikt, schakel dan
" (rode ogen) geselecteerd wordt voor de flitserfunctie, werkt
Voorflitser flitst
gebruiken voor landschappen of portretten. Gebruik autofocus
te gebruiken bij het opnemen van een close-
262
Flitser flitst.
APPENDIX