In- en uitschakelen van de camera
■
Inschakelen van de camera
Inschakelen van de camera en inschakelen van een
opnamefunctie (REC)
Open het lensdeksel.
• Als de camera reeds ingeschakeld is met de weergavefunctie
(PLAY) ingeschakeld en het lensdeksel open, dan kunt u een
opnamefunctie (REC) inschakelen door één van de volgende
bewerkingen uit te voeren.
– Druk op de sluitertoets.
– Zet de functiedraairegelaar op de gewenste opnamefunctie
(REC).
– Druk op [
] (weergave (PLAY)) (met het lensdeksel
open).
Inschakelen van de camera en inschakelen van de
weergavefunctie (PLAY)
Druk op [
] (weergave (PLAY)).
• Als de camera reeds ingeschakeld is met de opnamefunctie
(REC) ingeschakeld, druk dan op [
weergavefunctie (PLAY) in te schakelen.
• Door nogmaals op [
het lensdeksel gesloten is, wordt de camera uitgeschakeld.
B
] (PLAY) om de
] (weergave (PLAY)) te drukken terwijl
De bedrijfsindicator licht groen op terwijl de camera
ingeschakeld is.
Lensdeksel
LET OP
• De automatische stroomonderbreker (pagina 45) schakelt
de spanning uit als u geen bediening uitvoert voor een
bepaalde vooringestelde tijd. Mocht dit gebeuren, schakel
de spanning dan nieuw in.
43
Functiedraairegelaar
Bedrijfsindicator
[
] (weergave (PLAY))
VOORBEREIDINGEN