3.
Bevestig de lus aan het haakje, onderaan
de achterkant van de telefoon.
4.
Trek de riem, het keycord of het
accessoirekoord aan en maak het goed
vast.
5.
Achterklep sluiten.
1.5 Opstarten
Nadat u de SIM-kaart en batterij hebt geplaatst en de batterij hebt opgeladen, kunt
u de telefoon inschakelen en gebruiken.
De telefoon in- en uitschakelen
Inschakelen
1.
Houd de AAN/UIT-toets enkele seconden ingedrukt.
2.
Als u de telefoon voor het eerst inschakelt, installeert de telefoon aangepaste
instellingen en wordt hij opnieuw opgestart.
Uitschakelen
Houd de AAN/UIT-toets enkele seconden ingedrukt.
Aan de slag 29