4
Druk op de toets PRINT.
De afdruktijd hangt af van de
printerinstellingen.
De voortgang wordt tijdens het afdrukken
weergegeven.
Op een videomonitor
Page A Printing
1/1
: papier doorvoeren
: geel afdrukken
Op het printerscherm
1
H
Page H
1 / 1
: papier doorvoeren
: geel afdrukken
: magenta (roze) afdrukken
: cyaan (lichtblauw) afdrukken - papier uitgevoerd
Opmerkingen
• Zet het apparaat niet uit tijdens het afdrukken.
Doet u dat wel, dan wordt het papier niet
uitgevoerd en kan het vast komen te zitten in de
printer.
• Open de voorklep niet en verwijder de
papierlade niet tijdens het afdrukken. Doet u dat
wel, dan wordt het papier niet uitgevoerd en kan
het vast komen te zitten in de printer.
• Laat niet meer dan tien afdrukken in de
papierlade liggen. Anders kan het papier
vastlopen. Zelfs als er minder dan tien afdrukken
in de papierlade zijn verzameld, kan de printer
om allerlei redenen stoppen met afdrukken en
kan "Remove Printed Paper" verschijnen. In dat
geval verwijdert u de afdrukken die in de
papierlade liggen. Het afdrukken gaat
automatisch verder.
• U kunt tijdens het afdrukken de werkingsmodus
of de instellingen op het tabblad [Print Area
Setup] van het menu [User Setup] niet wijzigen.
Het afdrukken onderbreken
Wanneer één afdruk maakt: u kunt niet
halverwege stoppen.
Wanneer meerdere exemplaren afdrukt: druk
op de knop STOP/CLEAR. De printer stopt met
afdrukken wanneer de huidige pagina af is. Alle
: magenta (roze) afdrukken
: cyaan (lichtblauw)
afdrukken - papier
uitgevoerd
M
Printing
afdrukopdrachten in de wachtrij worden ook
geannuleerd.
Voor gedetailleerde informatie over het instellen
van de afdrukkwaliteit, zie "De afdrukkwaliteit
instellen" (pagina 30).
Als de printer niet afdrukt
Als u niet kunt afdrukken, zelfs als u op de knop
PRINT drukt, verschijnt een foutmelding op de
videomonitor en op het printerscherm. Handel
zoals beschreven onder "Foutmeldingen en
waarschuwingen" (pagina 90).
De afdruksnelheid wijzigen
Op het tabblad [Print Setup] van het menu [User
Setup] configureert u [Print Speed].
Optie
Normal
High
(standaardwaarde)
Meer informatie over het gebruik van het menu
vindt u onder "Basisbediening van de menu's"
(pagina 55).
Wanneer u een beeld wilt bekijken dat
verborgen is onder een venster
Wilt u informatie en meldingen wissen die op het
scherm worden weergegeven zodat u een
verborgen beeld kunt zien, druk dan op de knop
DISPLAY. Zie "De schermweergave op de
videomonitor verbergen" (pagina 48). U kunt ook
het inktlinttype en de resterende afdrukken
wissen. Zie "Informatie over het inktlint of de
printerinstellingen weergeven" (pagina 75).
Als er een zwart kader of lijn verschijnt op de
afdruk
Soms verschijnt er een zwart kader of lijn op de
afdruk die niet te zien is op de videomonitor. U
kunt de instellingen aanpassen zodat dit zwarte
kader of lijn uit de afdruk wordt verwijderd. Zie
"Wanneer een zwart kader of lijnen op afdrukken
verschijnen" (pagina 62).
Als de kleurkwaliteit van de afdrukken niet
bevredigend is
U kunt bevredigende kleurkwaliteit voor
afdrukken bereiken door het invoersignaal aan te
passen aan de aangesloten apparatuur en/of
door de kleurkwaliteit van de afdrukken aan te
passen. Zie "De scherpte van de afdruk
aanpassen" (pagina 61), "Kleuren opgeven voor
28
Inhoud
Maakt een afdruk op normale
snelheid.
U kunt afdrukken maken in zwart in
hoge dichtheid.
Maakt een afdruk op hoge snelheid.