5.6 COMMANDO VOOR
ELEKTRISCHE START
Dit staat de elektrische start van de motor toe
(afb.10.J) wanneer de machine verbonden
is aan het elektrisch net met de stekker met
drie polen, voorzien van aarding (afb. 10.K).
5.7 COMMANDO VOORTBEWEGING
Dit commando staat de voortbeweging
van de machine toe.
• Laat de machine vooruit bewegen,
breng het commando omlaag (afb. 9.D)
tot dit tegen het handvat komt.
• Wanneer dit losgelaten wordt, stopt
de vooruitbeweging van de machine
en keert de hendel automatisch terug
naar zijn aanvankelijke positie.
• Als het commando voor voortbeweging
samen met het commando van de borstel
ingeschakeld wordt (afb. 9.C), blijft deze
ingeschakeld ook nadat hij losgelaten
wordt. Hij wordt enkel uitgeschakeld
wanneer het commando van de
borstel uitgeschakeld wordt (afb. 9.C)
(voor vooringestelde machines).
5.8 COMMANDO BORSTEL
Dit commando schakelt de
rotatie van de borstel in.
• Om de rotatie van de borstel in te
schakelen, brengt men het commando
omlaag (afb. 9.C) tot tegen het handvat.
• Indien enkel het commando van de
borstel ingeschakeld wordt, zal de
rotatie van de borstel stoppen wanneer
het commando losgelaten wordt, en zal
het commando automatisch naar de
oorspronkelijke stand terugkeren.
5.9 VERSNELLINGSHENDEL
De machine is voorzien van een
versnellingsbak die ingeschakeld kan
worden met een hendel (afb. 9.A):
• /6 standen voor de regeling van
de vooruitversnelling
• 2 standen voor de regeling van
de achteruitversnelling
5.10 HENDEL RICHTING BORSTEL
De richting van de borstel wordt afgesteld aan
de hand van een hendel (afb. 9.B) die toestaat
de borstel naar de gewenste richting te draaien.
Beweeg de hendel vooruit of achteruit
naar een van de 3 beschikbare posities
om de borstel te doen hellen.
• Hendel vooruit = 15° naar rechts.
• Hendel in het midden = 0° geen helling.
• Hendel achteruit = 15° naar links.
5.11 SCHAKELAARS KOPLAMPEN
Om de koplampen aan te zetten, brengt
men de schakelaar naar stand I (afb. 9.E).
• Koplampen aan = schakelaar op stand I.
6. GEBRUIK VAN DE MACHINE
BELANGRIJK De veiligheidsnormen die
in acht genomen moeten worden tijdens het
gebruik van de machine zijn beschreven in
hfdst. 2. Neem deze aanwijzingen strikt in acht
om geen ernstige risico's of gevaren te lopen.
6.1 VOORAFGAANDE WERKZAAMHEDEN
Vooraleer de machine te gebruiken, moet
men de aanwezigheid van brandstof en het
oliepeil controleren. Voor de werkwijzen en de
voorzorgsmaatregelen voor het bijvullen van
brandstof en olie (zie par. 7.2 en par. 7.3).
De wieltjes dienen om de afstand van de
borstel ten opzichte van het terrein te regelen,
om de borstel niet te beschadigen.
Vooraleer de machine te gebruiken, moet men
de wieltjes op de volgende wijze afstellen:
1. Haak de beveiliging los (afb. 11.A).
2. Verwijder de pin (afb. 11.B).
3. Breng de wieltjes omhoog
/ omlaag (afb. 11.C).
4. Plaats de pin weer op zijn plaats.
5. Plaats de beveiliging weer op zijn plaats.
1. Draai de zijdelingse knop los (afb. 11.D).
2. Verdraai het bovenste knopje (afb. 11.E)
met de klok mee / tegen de klok in om
de wieltjes omhoog/omlaag te brengen.
3. Zet het zijdelingse knopje vast (afb. 11.D).
6.2 VEILIGHEIDSCONTROLES
Verzeker u ervan de inhoud ervan begrepen
te hebben alvorens verder te gaan. Voer
bovendien de volgende veiligheidscontroles uit
NL - 7