en controleer of de resultaten overeenstemmen
met wat aangegeven is in de tabellen.
Voer steeds de veiligheidscontroles
uit vooraleer de machine te gebruiken.
6.2.1 Algemene controle
Object
Brandstofsysteem
en verbindingen
Elektrische kabels
Oliecircuit
Rijtest
6.2.2 Test werking tractie en borstel
Actie
De machine opstarten
(par. 6.3)
Test werking tractie
Druk op het commando
voor voortbeweging
(afb. 9.D).
Laat het commando
voor voortbeweging
los (afb. 9.D).
Test werking borstel
Druk op het commando
van de borstel (afb. 9.C).
Laat het commando
van de borstel los.
Test werking borstel en wielen
Houd het commando
van de borstel ingedrukt
(afb. 9.C), druk op
het commando voor
voortbeweging (afb. 9.D).
Laat het commando
voor voortbeweging
los (afb. 9.D).
Laat het commando van
de borstel los (afb. 9.C).
Indien eender welke van deze
resultaten verschilt van wat aangegeven
is in de volgende tabel, mag de
machine niet gebruikt worden! Breng de
machine naar een dienstcentrum voor
de nodige controles en herstelling.
Resultaat
Geen lekken
Isolatie volledig intact
Geen mechanische
schade.
Geen lekken
Geen schade.
Geen abnormale trillingen.
Geen abnormaal geluid.
Resultaat
De wielen en de borstel
moeten stil blijven.
De wielen doen de
machine vooruit gaan.
De wielen stoppen.
De borstel begint
te draaien.
De borstel stopt
De borstel draait en
de wielen laten de
machine vooruit gaan.
De wielen stoppen en
de borstel blijft draaien.
De borstel stopt
6.3 START / WERK
1. Plaats de contactschakelaar
op ON (afb. 10.A).
6.3.1 Koud starten
1. Breng de versnellingshendel naar
het volle toerental (afb. 10.B).
2. Schakel de choke in (afb. 10.C).
3. Druk twee of drie maal op het commando
van de primer (afb. 10.D). Verzeker u ervan
dat de opening bedekt is door de vinger
wanneer u op het commando drukt.
4. Start met het elektrisch (par. 6.3.4) of
handmatig commando (par. 6.3.3).
5. Schakel de choke uit (afb. 10.C).
BELANGRIJK Alvorens de machine
te gebruiken, moet men enkele minuten
wachten tot de olie opgewarmd is.
6.3.2 Warm starten
1. Breng de versnellingshendel naar
het volle toerental (afb. 10.B).
2. Controleer of de choke
uitgeschakeld is (afb. 10.C).
3. Start met het elektrisch of handmatig
commando (zie hierna).
BELANGRIJK Druk niet op
de primer bij warm starten.
6.3.3 Handmatig starten
Om de motor handmatig te starten, trek het
handvat langzaam (afb. 10.E) naar buiten tot
u een zekere weerstand voelt. Trek dan hard
en vergezel het handvat bij het loslaten.
Herhaal dit tot de motor start.
OPMERKING Doe niet meer dan
3/4 pogingen om te vermijden de motor
te blokkeren. Controleer de mogelijke
redenen voor het mislukken van het starten
in de "Tabel identificatie problemen".
6.3.4 Elektrisch starten
Verzeker u ervan dat het
toevoersysteem voorzien is van een
aarding en een aardlekschakelaar.
1. Steek de stekker van de toevoerkabel
(afb. 10.K) in een contactdoos van 230V.
2. Druk op de startknop om de motor te starten.
NL - 8