D
C
IGITAL
ONTROL
Controle van rol / verticale hoek
Bij de uitgang van de boring draait u de ontvanger zodat deze naar de ingang is gericht en
plaats de batterijen in de gekoppelde zender om deze in te schakelen. Laat een collega de
zender vasthouden en naast u staan. Loop samen evenwijdig terug naar de ingang, houd
de ontvanger over het boorpad en de zender op een afstand van 1 tot 1,5 keer de huidige
beoogde boordiepte; op plaatsen waar de boring dieper is, zal uw collega verder weg zijn.
Stop regelmatig en verander de rol en verticale hoek van de zender, zodat u de snelheid
en nauwkeurigheid van deze waarden op de ontvanger kunt controleren. Het is een goede
gewoonte om een collega op hetzelfde moment de waarden op het externe display te
laten controleren. Noteer alle locaties waar de ontvanger of externe display onstabiel
wordt of verdwijnt. Als de gegevens over de rol / verticale hoek of signaalsterkte
onstabiel wordt, houd de trekker dan ingedrukt om te zien of de Max-modus de gegevens
kan stabiliseren.
Rol / verticale hoek testen met behulp van
Als het gewenste diepte-/gegevensbereik in een gebied met rode vlag onvoldoende is, dan kunt u het bereik
vergroten door hier een andere frequentie-optimalisatie uit te voeren en deze koppelen aan een nieuwe band
speciaal voor gebruik op deze locatie met hoge interferentie. Als u dit doet, controleer deze locatie opnieuw
op interferentie door middel van de nieuw-geoptimaliseerde band. Gebruik de andere geoptimaliseerde band
(Up of Down) voor het niet-gemarkeerde gedeelte van de boring.
44
I
NCORPORATED
zender en twee personen
1. Beoogde diepte
2. Gebied met rode vlag
3. Beoogd boorpad
DigiTrak Falcon F5 ® Handleiding
Max-modus
Pagina 39