K-r_OPM_DUT.book Page 170 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
170
12 Belichtingscorrectie
13 Histogram
14 Belichtingsgeheugen
15 Sluitertijd
16 Diafragmawaarde
17 LW-balk
* Indicatie 11 (Faseverschil AF-kader) wordt tijdens Live weergave wit
weergegeven. Als het onderwerp scherp is gesteld, wordt in plaats
hiervan een vierkant groen kader weergegeven. Het kader wordt rood
als niet op het onderwerp scherp is gesteld. Het kader wordt niet
weergegeven wanneer de scherpstelstand ingesteld is op \.
* Wanneer 15, 16 en 18 kunnen worden gewijzigd, wordt 5 weergegeven
naast de ingestelde waarde.
* De indicaties 20 en 21 worden weergegeven als [Autofocusstand]
4
ingesteld is op I en de camera een gezicht (of meerdere gezichten)
herkent. (Er worden maximaal 16 gezichtsherkenningskaders
weergegeven op de monitor.)
Beschikbare bewerkingen
4-knop
Vierwegbesturing
(2345)
Druk op de
knop 4
en houd deze
knop ingedrukt.
M-knop
18 Gevoeligheid
19 Resterende opslagcapaciteit
20 Detectiekader belangrijkste
21 Gezichtsherkenningskader
Als het scherpstelgebied ingesteld is op S (Selecteren)
en [Autofocusstand] ingesteld is op i of S, druk dan
op deze knop om bediening met de richtingsknoppen
van de vierwegbesturing (2345) uit te schakelen
en wijziging van het AF-punt in te schakelen.
Wijzigt het AF-punt als het AF-punt kan worden gewijzigd.
Druk op de knop 4 als u het AF-punt wilt terugzetten
naar het midden van het AF-kader.
Schakelt wijziging van het AF-punt uit en schakelt
bediening met de richtingsknoppen van
de vierwegbesturing (2345) in.
Hiermee wordt het beeld 2, 4 of 6 maal vergroot
(als de scherpstelstand ingesteld is op \, wordt
het beeld 2, 4, 6, 8 of 10 maal vergroot). Gebruik
de vierwegbesturing (2345) als u het weergavegebied
wilt verplaatsen, en druk op de knop | als u het
weergavegebied naar het midden wilt doen terugkeren.
(Alleen beschikbaar als [Knop Snelinstelling]
is toegewezen aan de knop | bij [Knop Snelinstelling]
in het menu [A Opnamemodus 4] (p.205)).
gezicht (Gezichtsherkenning AF)
(Gezichtsherkenning AF)