Starttoets
ƒ
indrukken.
10.
Apparaat uitschakelen wanneer de watertank leeg is.
11.
Hiervoor de functiekeuzeknop weer op de nulstand
en verzinken.
Het restwater wordt uit het stoomsysteem gepompt. Het
symbool
Ì
is verlicht.
Watertank leegmaken (zie het hoofdstuk: Watertank vullen
12.
en leegmaken)
Het apparaat bedienen
In dit hoofdstuk leest u
hoe u het apparaat in- en uitschakelt
■
hoe u een functie en temperatuur kiest
■
hoe u de watertank vult en leegmaakt
■
wanneer u het apparaat automatisch uitschakelt
■
Apparaat inschakelen
Op de functiekeuzeknop drukken om hem te ontgrendelen.
Het apparaat wordt hierdoor ingeschakeld en is klaar voor
gebruik. Het symbool
~
is verlicht.
Functie en temperatuur kiezen
ã=
Kans op verbrandingen!
door heet water. Het water in de watertank kan heet worden.
Watertank leegmaken voordat u functies start zonder stoom.
Aanwijzingen
De functies Langzaam garen
■
starten wanneer de binnenruimte is afgekoeld. Op het
temperatuurdisplay mag geen restwarmte (
weergegeven.
Voor gebruik met stoom moet u de watertank vullen (zie het
■
hoofdstuk: Watertank vullen en leegmaken).
Apparaat inschakelen.
1.
Aan de functiekeuzeknop draaien tot de gewenste functie
2.
ingesteld is.
Aan de temperatuurknop draaien om de voorgestelde
3.
temperatuur te veranderen.
Aanwijzing: Wordt er geen voorgestelde temperatuur
weergegeven, dan is de temperatuur van de gekozen functie
vast ingesteld. U kunt deze temperatuur niet veranderen.
Starttoets
indrukken.
ƒ
4.
Aanwijzingen
Afhankelijk van de gekozen functie hoort u na het starten een
■
pompgeluid. Hierbij wordt de werking van de pomp
gecontroleerd.
Kunt u een bepaalde functie met stoom niet starten,
■
controleer dan of de watertank gevuld en tot de aanslag
ingeschoven is.
8
draaien
Û
/
en EasyClean®
>
kunt u
•
of
œ
) worden
De afgekoelde binnenruimte met warm zeepsop afnemen.
13.
Aanwijzing: Kalkvlekken verwijderen met een in azijn
gedrenkte doek, afnemen met helder water en droogwrijven
met een zachte doek.
Reinig de buitenkant van het apparaat met een zachte,
14.
vochtige doek en zeepsop.
Functie
3
CircoTherm® hetelucht*
Boven- en onderwarmte* 170
%
Pizzastand*
0
4
Thermogrill
Grill, groot
+
+
Grill, groot (intensief)**
Grill, klein
(
Grill, klein (intensief)**
(
Onderwarmte
$
Langzaam garen
/
Ontdooistand
A
>
EasyClean®
Regenereren
ä
* Bij deze functie kunt u ook de stoom inschakelen
** Draai de temperatuurknop voorbij de 275 °C. Op het tempe-
ratuurdisplay verschijnt
Veranderen van functie
Aan de functiekeuzeknop draaien tot de gewenste functie
1.
ingesteld is.
Aan de temperatuurknop draaien om de temperatuur te
2.
veranderen.
Starttoets
indrukken.
ƒ
3.
Actuele temperatuur
Druk op de infotoets
. De actuele temperatuur verschijnt
±
gedurende 3 seconden.
Aanwijzing: De actuele temperatuur kan alleen worden
weergegeven bij functies met een temperatuurvoorstel.
Verwarmingscontrole
De verwarmingscontrole geeft de temperatuurstijging in de
binnenruimte weer.
Temperatuur bereikt (Afbeelding A)
■
Apparaat warmt na (Afbeelding B)
■
$
Voorgestelde
Temperatuur-
temperatuur in
bereik in °C
°C
160
40 - 220
50 - 275
220
50 - 275
170
50 - 250
220
50 - 275
Vaste instelling
180
50 - 275
Vaste instelling
200
50 - 225
Vaste instelling
ü ü ü
Vaste instelling
A A A
Vaste instelling
"'†
120
80 - 180
‚Ÿ£
%