Externe monitor
Op de externemonitorpoort van de computer kan een externe analoge
monitor kan worden aangesloten. Voer de onderstaande stappen uit om
een monitor aan te sluiten:
1. Sluit de monitorkabel aan op de poort voor de externe monitor.
1. Poort voor externe monitor
2. Zet de externe monitor aan.
Wanneer u de computer aanzet, wordt de monitor automatisch herkend en
wordt vastgesteld of het een kleuren- of monochrome monitor betreft. In het
geval dat u problemen ondervindt bij het weergeven van een afbeelding op
de juiste monitor, probeert u dan de weergave-instellingen te veranderen
met de sneltoetsen FN + F5. Als u de externe monitor loskoppelt voordat
de computer uitschakelt, dient u nogmaals op de sneltoets FN + F5 te
drukken om over te schakelen naar het interne beeldscherm.
Raadpleeg hoofdstuk 5,
wijzigen van de beeldscherminstelling met sneltoetsen.
Koppel de externe monitor niet los in de slaapstand of de sluimerstand.
Zet de computer uit voordat u de externe monitor loskoppelt.
Als het bureaublad wordt weergegeven op een externe analoge monitor,
wordt dit soms in het midden van de monitor weergegeven met zwarte
balken rondom (in een klein formaat).
Raadpleeg in dat geval de handleiding van de monitor en stel een
weergavemodus in die door de monitor wordt ondersteund. Het bureaublad
wordt dan weergegeven op een geschikte grootte met de juiste hoogte-
breedteverhouding.
Gebruikershandleiding
1
2
De monitorkabel aansluiten op de poort voor de externe monitor
Het
2. Monitorkabel
toetsenbord, voor meer informatie over het
Optionele apparaten
8-8