Dit zijn nog meer handelingen die in de driver kunnen worden gebruikt om meer controle over uw afdruk
te krijgen. Ze zijn in vijf categorieën verdeeld:
Document
●
Papiersoort
●
Schaal: U kunt het formaat van de afdruk op twee manieren aanpassen: op basis van een
percentage van het oorspronkelijke formaat of op basis van een bepaald papierformaat. De
standaardwaarde is 100% (het originele formaat).
●
Uitlijning: Links, midden of rechts
●
Spiegelen
●
Roteren (niet beschikbaar in de macOS-rasterdriver)
Uitvoer
●
Schakel de snijmachine in of uit.
●
Pagina's sorteren
●
Afdrukmarges
●
Verwijder marges
●
Taakbestemming
●
Vouwstijl (als u een vouwmachine gebruikt)
Kleur en kwaliteit
●
Kleurbeheer
●
RGB-bronprofiel; de kleuren kunnen worden beheerd door de toepassing of de printer
●
CMYK-bronprofiel (voor de PDF-driver en macOS PostScript-driver)
●
Pantone-emulatie (voor de PDF-driver en macOS PostScript-driver)
Administratie
●
U kunt een accounting-id voor de taak maken.
Opslag
●
U kunt een gebruikersnaam of taaknaam toewijzen.
●
Opslagmodus
–
Print and store (Afdrukken en opslaan): Nadat een taak is afgedrukt, wordt deze opgeslagen in
de printer; er kunnen vervolgens verdere kopieën worden afgedrukt vanaf het front panel.
–
Print and delete (Afdrukken en verwijderen): nadat ze zijn afgedrukt, worden de taken
automatisch van de printer verwijderd.
Geavanceerde afdrukinstellingen
123