36
Hoofdstuk 4 Voorzieningen, functies en toetsen
Externe gesprekken met behulp van intercomtoetsen
1
Druk op
2
Druk op
3
Druk op een cijfertoets (1 tot en met 6) voor de gewenste intercomtoets en voer een
lijngroeptoegangscode of een bestemmingscode in.
4
Als u een externe kiestoon hoort, kiest u het externe nummer.
Opmerking: Vraag de systeembeheerder om een lijst met lijngroeptoegangscodes.
Primaire lijnen bieden geen ondersteuning voor lijngroeptoegangscodes. Deze moeten
worden geconfigureerd als bestemmingscode. Wanneer u een bestemmingscode voor
de buitenlijn invoert op primaire lijnen, hoort u geen kiestoon.
Interne gesprekken met behulp van intercomtoetsen
1
Druk op
2
Druk op
3
Druk op een cijfertoets (1 tot en met 6) voor de gewenste intercomtoets.
4
Kies het toestelnummer.
Opmerking: Vraag de systeembeheerder om een lijst van toestelnummers.
Gesprekken beantwoorden
Ga als volgt te werk wanneer de handset overgaat of trilt, er een lijnnummer knippert op de display
en er informatie over het gesprek wordt weergegeven zoals naam van de beller en het toestel:
•
Druk op
Wachtstand
•
Druk op
•
Als u een gesprek in de wachtstand wilt hervatten, drukt u op
haak). Druk op de cijfertoets van het knipperende lijnnummer.
Koptelefoon
U moet een koptelefoon op de handset aansluiten om deze functie te gebruiken.
•
Sluit de koptelefoon aan op de koptelefoonaansluiting. Voer de stappen in
starten" op pagina 35
NN40050-101-DU
NN40050-101-DU
om de telefoon van de haak te halen.
om het voorzieningenmenu te openen.
om de telefoon van de haak te halen.
om het voorzieningenmenu te openen.
.
en
tijdens het gesprek. De indicator van de lijn in de wachtstand knippert.
uit, om een gesprek te starten.
in de actieve status (van de
"Een gesprek