B Met
of
de seconden per 24 uur verande-
ren.
Basisinstellingen: "+ 0 s"
LCD-contrast:
B In hoofdmenu instellingen 1.submenu service,
2.submenu extra functie, 3.submenu taal kiezen.
B Toest
zo lang indrukken (ca. 5sec.), tot klok-
correctie, LCD-contrast verschijnt.
B Met
of
LCD-contrast kiezen.
B Toests
indrukken, waarde veranderen ver-
schijnt.
B Met
of
LCD-contrast veranderen.
Basisinstellingen: bijvoorbeeld "47"
Bedrijfsuren
Hier worden de bedrijfsuren (gaswandketel, brander en
warm water) sinds de ingebruikneming weergegeven.
B In hoofdmenu Instellingen 1.submenu Service,
2.submenu Toegevoegde functies en 3.submenu
Bedrijfsuren kiezen.
Storingenhistorie
Voor de vakman worden hier eventueel opgetreden sto-
ringen weergegeven. De eerst weergegeven storing
kan nog actief zijn. De andere weergegeven storingen
zijn niet meer actief.
B In hoofdmenu Instellingen 1.submenu Service,
2.submenu Toegevoegde functies en 3.submenu
Storingshistorie kiezen.
8.9
Individuele tijdprogramma's
Tabellen voor het invullen van uw individuele tijdpro-
gramma's vindt u in de gebruiksaanwijzing.
8.10 Functies bij het aansluiten van
busbestuurde regelaars
De functies van de tekstdisplay zijn beperkt.
• In de standaardweergave worden nog steeds tijd,
buitentemperatuur, aanvoertemperatuur en even-
tueel warmwatertemperatuur weergegeven.
• 1. submenu Tijd en dag van de week , zie blz.36.
De klok heeft alleen een functie voor de schakeltijden
van een voorraadsysteempomp.
• Hoofdmenu Info, zie blz.40.
Alle andere functies moeten op de regelaar worden
ingesteld. In de tekstdisplay wordt weergegeven:
Instelling op externe regelaar.
6 720 611 393 NL (04.12)
9
Individuele instelling
9.1
Mechanische instellingen
9.1.1
Instellen van de aanvoertemperatuur
De aanvoertemperatuur is tussen 35˚C en 88˚C instel-
baar.
Bij vloerverwarming op de maximale toe-
i
gelaten aanvoertemperatuur letten.
Lage temperatuurbegrenzing
De temperatuurregelaar op stand E begrenst. Bij deze
begrenzing is de maximale aanvoertemperatuur 75˚C.
Een instelling van het vermogen op de berekende
warmtebehoefte is niet noodzakelijk.
Wijzigen lage temperatuurbegrenzing (E)
Bij verwarmingsinstallaties met een hogere aanvoer-
temperatuur kan de begrenzing eruit genomen worden.
B Gele knop van de temperatuurregelaar
schroevendraaier los draaien.
6 720 610 332-27.1O
Afb. 63
B Zet de gele knop 180˚ gedraaid weer in (punt naar
binnen gericht).
De aanvoertemperatuur wordt niet meer begrensd.
Stand
Aanvoertemperatuur
1
ca. 35˚C
2
ca. 43˚C
3
ca. 51˚C
4
ca. 59˚C
5
ca. 67˚C
E
ca. 75˚C
max
ca. 88˚C
Tabel 15
Individuele instelling
met een
43