Belangrijkste onderdelen aan de voorkant
1.
DRAADSPANNINGSKNOP waarmee u precies de juiste spanning voor uw steek, garen en stof
kunt selecteren. (Zie pagina 19)
2.
DRAADHEVEL regelt de doorvoer van de bovendraad tijdens het naaien. (Zie pagina 15)
3.
BEDIENINGSKNOPPEN gebruik de functies naald omhoog/omlaag, Start/Stop en de
achteruitnaaifunctie.
(Zie pagina 20)
4.
DRAADAFSNIJDER zit op een handige plaats voor het afsnijden van draaduiteinden na het
naaien.
5.
DE HENDEL VAN DE DRAADINSTEKER wordt gebruikt om de automatische draadinsteker in te
schakelen. (Zie pagina 16)
6.
NAAIVOET houdt de stof tegen de transporteur en trekt de stof onder de naaivoet voor u terwijl u
naait.
(Zie pagina 29)
7.
STEEKPLAAT heeft geleiderlijnen die u helpen om rechte naden te naaien. (Zie pagina 9)
8.
AFNEEMBAAR OPBERGVAK geeft een vlak naaioppervlak, opbergruimte voor accessoires en
biedt toegang tot de vrije arm. (Zie pagina 10)
9.
SPOELSTOPPER bepaalt wanneer de spoel vol is en schakelt dan automatisch uit. (Zie pagina
13)
10. SNELHEIDSREGELAAR regelt de snelheid waarmee de machine naait als u het voetpedaal of de
handmatige Start/stop-toets gebruikt. (Zie pagina 20)
11. LCD-SCHERM geeft het steeknummer, de steeklengte of de steekbreedte weer afhankelijk van de
modus die u heeft geselecteerd (zie pagina 20)
12. FUNCTIETOETSEN regelen de steekbreedte en de steeklengte en het patroongeheugen voor
letter- en cijfersteken. (Zie pagina 21 en 22)
13. PATROONREGELTOETSEN voor het selecteren van de steekpatronen. Met de linkerknop wordt
het linker nummer gekozen en met de rechterknop het rechter nummer. (Zie pagina 20 en 22)
14. SPOEL voor de draad waarmee de steken op de onderkant van de stof worden gevormd. (Zie
pagina 14)
OVER UW MACHINE
van de machine
1
7