OVER UW MACHINE
1
Belangrijkste onderdelen aan de
achterkant van de machine
1.
HORIZONTALE GARENPEN voor de garenklos en garenschijf van de bovendraad.
2.
SPOELAS houdt de spoel vast tijdens het spoelen. (Zie pagina 13)
3.
GAT VOOR TWEEDE GARENPEN wordt gebruikt voor een extra garenpen, voor garenklossen die
rechtop moeten worden gebruikt of om twee garenklossen tegelijk te gebruiken voor naaien met een
tweelingnaald.
4.
HANDWIEL (ALTIJD NAAR U TOE DRAAIEN), regelt de beweging van de naald en de draadhevel.
5.
HANDGREEP wordt gebruikt om de machine op te tillen en te verplaatsen.
6.
STROOM- EN LICHTSCHAKELAAR schakelt de machine en het naailampje tegelijkertijd aan. (Zie
pagina 12)
7.
AANSLUITING hier wordt de stekker van het snoer op aangesloten. (Zie pagina 12)
8.
AANSLUITING VOOR VOETPEDAAL hier wordt het voetpedaal aangesloten op de machine. (Zie
pagina 12)
9.
OPSPOELSPANNINGSSCHIJF houdt de draad stevig vast zodat de spoel soepel en gelijkmatig
wordt opgespoeld. (Zie pagina 13)
10. VOORSPANNINGSDRAADGELEIDERS helpen de draad door te voeren tijdens het naaien. (Zie
pagina 15)
11. STEKENOVERZICHTHOUDER wordt in de linkerkant van de handgreep gestoken om het
patroonstekenoverzicht in vast te houden.
12. STEKENOVERZICHT toont alle beschikbare steken zodat u ze eenvoudig kunt selecteren. Klap
het naar u toe om de steken te bekijken. Dit overzicht zit in de tas waarin ook de handleiding wordt
bewaard.
13. AFDEKPLAATJE beschermt de mechanismen binnenin de naaimachine.
14. PERSVOETLICHTER brengt de naaivoet omhoog en omlaag. De persvoetlichter moet omhoog
staan voor het inrijgen van de machine en omlaag om te naaien. (Zie pagina 29)
15. TRANSPORTEURHENDEL brengt de transporteur omhoog om te naaien of omlaag om een knoop
aan te naaien. (Zie pagina 27)
16. VOETPEDAAL regelt de naaisnelheid door middel van de druk die door de gebruiker wordt
uitgevoerd. (Zie pagina 12)
17. NETSNOER sluit de naaimachine aan op het stopcontact. (Zie pagina 12)
8