9 Onderhoud
Onbevoegd personeel mag het testapparaat niet openen. Met uitzondering van de
batterijen/accu's en de zekering F1 zitten er geen vervangbare componenten in het
testapparaat.
9.1
Zekering F1 vervangen
Achter de bedekking aan de achterzijde van het testapparaat bevinden zich drie zekeringen.
Slechts zekering F1 mag vervangen worden.
Wanneer zekering F2 of F3 is doorgebrand, mag het apparaat niet langer gebruikt worden. Het
apparaat moet dan voor onderzoek/reparatie naar de firma Benning worden gestuurd.
F1
M 0,315 A/250 V, 20×5 mm (757211)
Deze zekering beschermt de interne schakelkringen van de laagohmse
meting/doorgangsmeting als de testpennen tijdens de meting per vergissing worden
aangesloten op de netspanning.
De positie van de zekering F1 is aangegeven in hoofdstuk 3.3 Achterzijde.
Waarschuwingen:
Ontkoppel alle testdraden en schakel het testapparaat uit voor u het batterij-
/zekeringvak opent, want in het apparaat zijn gevaarlijke spanningen aanwezig!
Vervang de defecte zekering uitsluitend door originele zekeringen, anders raken het
testapparaat of het toebehoren beschadigd en/of is de veiligheid van de gebruiker
beperkt!
9.2
Reiniging
Voor de behuizing is geen speciaal onderhoud vereist. Om het oppervlak van het testapparaat
of van toebehoren te reinigen, volstaat een zachte doek die lichtjes werd bevochtigd met een
weinig zeepwater of alcohol. Vervolgens moeten het testapparaat of het toebehoren volledig
drogen voor ze weer kunnen worden gebruikt.
Waarschuwingen:
Gebruik geen vloeistoffen op basis van benzine of koolwaterstof!
Giet geen reinigingsvloeistoffen over het testapparaat!
BENNING IT 130
71
5260 / 01/2023 nl